garantie
3.3 Voorbereiding
Plaats de gasfles voor gebruik 1 uur in een loodrechte positie, wanneer deze daarvoor getransporteerd werd. Dit is belangrijk,
omdat zich zo de milieu onvriendelijke delen van het gas, op de flesbodem van de gasfles kunnen verzamelen. Tevens zal de
fles op omgevingstemperatuur komen en een betere gelijkmatige afgifte van het gas reguleren.
Voor de installatie moeten de volgenden benodigdheden aanwezig zijn:
- DVGW - herkende gasdrukregelaar (wordt mee geleverd) met de volgenden eigenschappen:
−
max capaciteit van 1,5 kg/ h
−
Gebruiksdruk van 50 mbar
−
vast ingesteld
−
passend bij de gebruikte gasfles
−
DVGW herkende gasslang met een voldoende lengte voor een knik vrije installatie (wordt mee geleverd)
−
Propaangasfles, LPG of Butaangasfles van 5 kg of 11 kg vulgewicht.
3.4 Montage en installatie
3.4.1 Montage van de gasdrukregelaar
1. Draai de schroeven van de achterkant open en neem de achterkant vangplaat van de kachel eraf. De gasdrukregelaar bevindt
zich in de binnenkant van de kachel.
2. Verbind nu de gasdrukregelaar met de gasfles, door de sluitingsmoer van de gasdrukregelaar met een linksdraai beweging
(met de hand) op het gasflesventiel met afdichting, te schroeven/ draaien.
LET OP:
−
Bij de montage van de gasdrukregelaar nooit gereedschap gebruiken. De sluitingsmoer van de gasdrukregelaar mag
uitsluitend met de hand op de gasfles geschroefd/ gedraaid worden. Gebruik van gereedschap hierbij, zou tot een
beschadiging van het afdichtingsventiel kunnen leiden, waardoor de dichtheid niet meer gegarandeerd kan worden.
−
De gasdrukregelaar naar de montage niet meer verdraaien, gezien dit tot een beschadiging van het afdichtingsventiel
kunnen leiden, waardoor de dichtheid niet meer gegarandeerd kan worden.
Informatie:
De gasdrukregelaar is met een thermisch afsluitingsventiel voorzien, welke bij vloerverwarming, het gas automatisch afsluit.
Wanneer dit veiligheidssysteem een keer geactiveerd word, functioneert de gasdrukregelaar niet meer en moet vervangen
worden.
3.4.2 Dichtheidscontrole
Wanneer de kachel voor het eerst gebruikt wordt, maar ook na een lange tijd van niet gebruik, moet na de montage van de
gasdrukregelaar een dichtheidscontrole uitgevoerd worden. Dit kan door een beetje zeepsop op de aansluiting te sproeien of
met een spons het zeepsop over de aansluiting te knijpen.
Informatie:
De dichtheidscontrole kan uitsluitend uitgevoerd worden, als de kachel in koude staat is.
−
Open het gasflesventiel, door de gaskraan naar links te draaien.
−
Breng de bewerkelijke wijzer van de manometer onder de dekking van de gele wijzer, welke de gasflesdruk aangeeft.
−
Sluit het gasflesventiel, door de gaskraan naar recht te draaien.
−
Wacht 10 minuten en controleer de positie van de wijzer van de manometer. Staat de gele wijzer op nul, dan is er een
onderdeel niet dicht en mag de kachel niet gebruik genomen worden.
1.
3.4.3 Zoeken naar lekkage
Is er tijdens de dichtheidscontrole uitgekomen dat de kachel niet dicht niet is, moet de lekkage gevonden worden en de het
kapotte onderdeel vervangen worden.
Gebruik hiervoor lekkage spray of zeepsop.
LET OP: Gebruik nooit een open vlam om de dichtheid van de oven te controleren!
−
Open het gasflesventiel.
−
Spuit of smeer dit over alle dichtingen van de aansluitstukken. Daar waar bubbels ontstaan, is een lekkage.
−
Draai de sluitingsmoer goed vast op de plek waar de lekkage geconstateerd is.
−
Herhaal stap 1 tot en met 3. Controleer dus nogmaals of er nog een lekkage aanwezig is. Op moment dat er nog steeds