Motoroliefilter Vervangen; Vervangen Van Bougie (Uitsluitend Modellen 07266/Tc En 07279); De Bougie Controleren En Vervangen - Toro Workman MD Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Workman MD:
- Gebruikershandleiding (56 pagina's) ,
- Installatie-instructies (17 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding en installatie-instructies (13 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 29
1. Aftapplug motorolie
6. Giet olie in de vulopening totdat het peil de
Vol-markering op de peilstok heeft bereikt. Vul de
olie langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het
peil. Niet te vol vullen.
7. Plaats de vuldop en de peilstok weer stevig op hun
plaats.
Motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
(tweemaal zo vaak in bijzondere
werkomstandigheden; zie Onderhoud
van het voertuig in bijzondere
werkomstandigheden)
Vervang het oliefilter om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
1. Tap de motorolie af; zie Olie verversen.
2. Verwijder het oliefilter (Figuur 29).
3. Smeer een dun laagje schone olie op de pakking van
het filter.
4. Draai het nieuwe oliefilter totdat de pakking contact
maakt met de bevestigingsplaat. Draai het filter
vervolgens nog eens een 1/2 tot 3/4 slag. Niet te
vast draaien.
5. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie.
6. Start de motor en laat deze lopen om te controleren
op olielekkages.
7. Zet de motor af en controleer het vloeistofpeil.
Zonodig olie bijvullen.
Vervangen van bougie
(uitsluitend modellen 07266/TC
en 07279)
Controleer de bougie om de 100 bedrijfsuren of elk jaar,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
Indien nodig vervangen.
2. Motoroliefilter
Type: Champion RN14YC, of een equivalent type.
Elektrodenafstand: 0,762 mm
De bougie controleren en vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Opmerking: Een bougie heeft meestal een lange
levensduur. U moet de bougie echter uitnemen en
controleren als de motor slecht functioneert.
1. Maak de omgeving van de bougies schoon zodat
er geen ongerechtigheden in de cilinder kunnen
terechtkomen als u de bougie verwijdert.
2. Maak de kabels los van de bougie en verwijder de
bougies uit de cilinderkop.
3. Controleer de conditie van de massa-elektrode, de
centrale elektrode en de isolator van de centrale
elektrode op beschadigingen (Figuur 30).
Belangrijk: Een gebarsten, aangetaste,
vuile of gebrekkig werkende bougie moet
worden vervangen. U mag de elektroden niet
zandstralen, afkrabben of reinigen met een
staalborstel omdat hierdoor gruis kan losraken
en in de cilinder terechtkomen. Dit leidt meestal
tot beschadiging van de motor.
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
4. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de
centrale elektrode en de massa-elektrode 0,762 mm
bedraagt (Figuur 30). Plaats een bougie met de juiste
elektrodenafstand. Draai de bougie vast met een
torsie van 20 Nm.
5. Druk de bougiekabels op de bougie.
31
Figuur 30
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
Advertenties
Inhoudsopgave
