Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ronden Op Afstand Markeren; Ronden Op Tijd Markeren; Automatische Slaapstand Gebruiken; Auto Pause Gebruiken - Garmin EDGE 1030 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EDGE 1030:
Inhoudsopgave

Advertenties

3
Selecteer Automatische functies > Auto Lap > Auto Lap-
trigger > Op positie > Ronde bij.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Alleen bij drukken op Lap om de rondeteller te
activeren telkens als u
van deze locaties opnieuw passeert.
• Selecteer Start & ronde om de rondeteller te activeren op
de GPS-locatie waar u
tijdens de rit waar u
• Selecteer Markeer en ronde om de rondeteller te
activeren op een specifieke GPS-locatie die u vóór de rit
hebt gemarkeerd en bovendien op elke locatie tijdens de
rit wanneer u
selecteert.
5
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
gegevensscherm toevoegen, pagina

Ronden op afstand markeren

Met de functie Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren
op basis van een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw
prestaties tijdens verschillende gedeelten van een rit wilt
vergelijken (bijvoorbeeld om de 10 mijl of 40 km).
1
Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Automatische functies > Auto Lap > Auto Lap-
trigger > Op afstand > Ronde bij.
4
Voer een waarde in.
5
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
gegevensscherm toevoegen, pagina

Ronden op tijd markeren

Met de functie Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren
op basis van een bepaalde tijd. Dit is handig als u uw prestaties
tijdens verschillende gedeelten van een rit wilt vergelijken
(bijvoorbeeld om de 20 minuten).
1
Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Automatische functies > Auto Lap > Auto Lap-
trigger > Op tijd > Ronde bij.
4
Voer een waarde in.
5
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
gegevensscherm toevoegen, pagina

Automatische slaapstand gebruiken

U kunt de Autom. slaapstand functie gebruiken om automatisch
in de slaapstand te gaan na 5 minuten van inactiviteit. Tijdens
de slaapstand is het scherm uitgeschakeld en zijn de ANT+
sensors, Bluetooth en GPS niet verbonden.
Wi‑Fi blijft actief wanneer het toestel zich in de slaapstand
bevindt.
1
Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Automatische functies > Autom. slaapstand.

Auto Pause gebruiken

U kunt de functie Auto Pause gebruiken om de timer
automatisch te onderbreken als u stopt met bewegen of
wanneer uw snelheid onder de opgegeven waarde komt. Dit is
handig als er verkeerslichten of andere plaatsen voorkomen in
uw route waar u langzamer moet fietsen of moet stoppen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Automatische functies > Auto Pause.
4
Selecteer een optie:
20
selecteert en telkens als u een
selecteert en op elke locatie
selecteert.
(Een
19).
(Een
19).
(Een
19).
• Selecteer Zodra gestopt om de timer automatisch te
onderbreken wanneer u stopt met bewegen.
• Selecteer Aangepaste snelheid om de timer automatisch
te pauzeren wanneer uw snelheid onder een bepaalde
waarde komt.
5
Pas zo nodig optionele tijdgegevensvelden aan
gegevensscherm toevoegen, pagina

Auto Scroll gebruiken

Met de functie Auto Scroll doorloopt u automatisch alle
schermen met trainingsgegevens terwijl de timer loopt.
1
Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Automatische functies > Auto Scroll.
4
Selecteer een weergavesnelheid.

De timer automatisch starten

Met deze functie herkent het toestel automatisch dat er
satellietsignalen worden ontvangen en dat de fiets rijdt. De
activiteiten-timer wordt gestart of u wordt eraan herinnerd om de
activiteiten-timer te starten, zodat uw ritgegevens worden
vastgelegd.
1
Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Timer start-modus.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Handmatig en vervolgens
timer te starten.
• Selecteer Op verzoek om een visuele herinnering te
krijgen wanneer u de startmeldingssnelheid bereikt.
• Selecteer Auto om de activiteiten-timer automatisch te
starten wanneer u de startmeldingssnelheid bereikt.

Telefooninstellingen

Selecteer
> Connected functies > Telefoon.
Schakel in: Hiermee schakelt u Bluetooth draadloze
technologie in.
OPMERKING: De overige Bluetooth instellingen worden
alleen weergegeven als Bluetooth draadloze technologie is
ingeschakeld.
Toestelnaam: Hiermee kunt u een gebruiksvriendelijke naam
invoeren ter identificatie van uw toestellen met draadloze
Bluetooth technologie.
Koppel smartphone: Hiermee koppelt u uw toestel met een
compatibele smartphone met Bluetooth functionaliteit. Met
deze instelling kunt u Bluetooth draadloze functies gebruiken,
zoals LiveTrack en activiteiten uploaden naar Garmin
Connect.
Meldingen voor telefoon en SMS: Hiermee kunt u
telefoonmeldingen vanaf uw compatibele smartphone
inschakelen.
Gemiste oproepen en SMS-berichten: Geeft gemiste
telefoonmeldingen vanaf uw compatibele smartphone weer.

Systeeminstellingen

Selecteer
> Systeem.
• Scherminstellingen
(Scherminstellingen, pagina
• Instellingen voor gegevensopslag
gegevens vastleggen, pagina
• Toestelinstellingen
(De maateenheden wijzigen, pagina
• Geluidsinstellingen
(De toesteltonen in- en uitschakelen,
pagina
21)
• Taalinstellingen
(De taal van het toestel wijzigen, pagina
(Een
19).
om de activiteiten-
21)
(Instellingen voor
21)
21)
Uw toestel aanpassen
21)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave