Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Types Van Montage; Opdakmontage; Indakmontage; Platdakmontage - Consolar PLANO 26 Montage- En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

TDMA PLANO 26
2 Types montage
De all-inpakketten van Consolar bevatten ook het volledige
montagetoebehoren. Grotere velden of velden met
afwijkende vormen kunnen volgens de tabellen in
hoofdstuk 3.3 en 3.4 samengesteld worden.
Bij gewone daken met pannen is opdak- en indakmontage
mogelijk.
In de montagehandleiding vindt u meer uitgebreide
informatie over verschillende uitvoeringen.

2.1 Opdakmontage

Voor opdakmontage worden verticale rails met
verankeringshaken op de spanten bevestigd. Op die
verticale rails worden de draagrails aangebracht. Daarin
worden de collectoren gelegd en vastgeschroefd. Indien
dat nodig is, kunnen de collectoren ook met een helling
van 20° of 45° geplaatst worden. De verankeringshaken
in het pakket zijn geschikt voor dakpannen van bv. het
type „Frankfurter pannen". Voor beverstaarten en
leisteenplaten zijn speciale verankeringshaken nodig,
leveranciers op aanvraag.
Ook bevestiging met ankerbouten is mogelijk.
Variant: staande collectoren voor opdakmontage (met PLANO 26)
Beschikbare afmetingen veld: 1–8, 10, 12 en 14
collectoren. Vanaf 8 collectoren kunnen meerdere kleine
velden, in parallelschakeling, tot één groot veld verbonden
worden. Het bevestigingssysteem bestaat uit een
opdakbasisset voor 2 collectoren (KF330) en 3 collectoren
(KF325). Voor de montage van één enkele collector heeft u
de opdakbasisset voor 1 collector nodig (KF331). Indien
meerdere opdakbasissets gebruikt worden, heeft u
horizontale daksetverbindingen PLANO 26 (KF380)
nodig.
Variant: liggende collectoren voor opdakmontage
(met PLANO 26 SP)
Beschikbare afmetingen veld: 1–4, 6 en 8 collectoren.
Vanaf 4 collectoren kunnen meerdere kleine velden, in
parallelschakeling, tot één groot veld verbonden worden.
Het bevestigingssysteem bestaat uit een opdakbasisset
voor 1 collector (KF335). Indien meerdere opdakbasissets
gebruikt worden, heeft u horizontale daksetverbindingen
PLANO 26 (KF380) nodig.

2.2 Indakmontage

Indakmontage gebeurt op de panlatten. De draagrails
worden op de spanten bevestigd, de collectoren worden
erop gelegd en vastgeschroefd. Vervolgens wordt het
plaatstalen kader aangebracht.
Variant: staande collectoren voor indakmontage (met PLANO 26)
Beschikbare afmetingen veld: 2–8, 10, 12 en 14
collectoren. Vanaf 8 collectoren kunnen meerdere kleine
velden, in parallelschakeling, tot één groot veld verbonden
worden. Dankzij het modulaire bevestigingssysteem
kunnen velden van alle groottes eenvoudig in het dak
geïntegreerd worden. Het bestaat uit een indakbasisset
voor 2 collectoren (KF345) en een indakuitbreidingsset
voor 1 collector (KF350). Tijdens de planning moet er
rekening mee gehouden worden dat een veld enkel uit
naast elkaar liggende collectoren opgebouwd kan
worden. Indien twee velden naast elkaar gemonteerd
moeten worden, moet tussenin minstens één rij dakpannen
gelegd worden. Alle indakvarianten zijn mogelijk tot een
dakhelling van ongeveer 27°.

2.3 Platdakmontage

Het dakframe voor platdakmontage bestaat uit
oplegprofielen, steunprofielen en de draagrails. Profielen
en draagrails worden aan elkaar vastgeschroefd en in
positie gebracht, de collectoren worden erin gelegd en
vastgeschroefd. De verzwaring of bevestiging van het
frame als beveiliging tegen wind gebeurt met
bouwelementen.
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave