8 Fax
Hulp 4 · fax
Druk op i en 4 om informatie omtrent het ver-
sturen van faxberichten en de instellingen van de fax-
schakelaar uit te printen.
Documenten invoeren
Voer geen documenten in die ...
vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt zijn, vuil
zijn of van een coating voorzien zijn.
beschreven zijn met zacht potlood, inkt, krijt of
houtskool.
afkomstig zijn uit kranten of tijdschriften (drukinkt).
bijeengehouden worden met paperclips, nietjes,
plakband of lijm.
beplakt zijn met notitieblaadjes.
....verkreukeld of gescheurd zijn.
10 documenten · A5/A4
Gebruik documenten met de maten A5 of A4 met 60 tot
2
100 g/m
. U kunt tot 10 documenten in een keer in-
voeren.
Fax
Druk op STOP om de documenten uit te werpen
zonder ze te verzenden.
Fax verzenden
1 Leg de documenten met de tekst naar boven in de do-
cumentinvoer. Het bovenste document wordt als eerste
ingevoerd.
2 Stel de gewenste resolutie in. U kunt kiezen tussen
RESOL.:STANDAARD (voor documenten zonder
bijzondere eigenschappen), RESOLUTIE: FIJN
(voor klein gedrukte teksten resp. tekeningen) en RES-
OLUTIE: FOTO (voor foto's). Druk op ã. Op het
display verschijnt de ingestelde resolutie. Druk nog
eens op ã om de resolutie te wijzigen.
U kunt het vooringestelde contrast aanpassen (zie
ook hoofdstuk Instellingen, pagina 30).
3 Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschil-
lende mogelijkheden.
4 Druk op START.
Nummer bezet
Wanneer de opgeroepene bezet is, kiest het toestel na
enige tijd het nummer nog eens. Druk op STOP om
het versturen te stoppen. Na de transmissie print het
toestel naargelang van de instelling een bericht van
verzending.
Fax
Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het
cijfertoetsenbord.
Snelkeuzenummers opvragen
U kunt de snelkeuzenummers ook opvragen door
lang (tenminste 2 seconden) op de betreffende cijfer-
toets te drukken.
Telefoonboek:
1 Druk op ma.
U kunt de telefoonboekrecords ook opvragen
door op OK, 11 en OK te drukken.
2 Kies met [ een record. Toets de beginletter met de
cijfertoetsen in om sneller door het telefoonboek te na-
vigeren.
U kunt een record meermaals onder dezelfde
naam, maar telkens onder een andere categorie
opslaan. In het telefoonboek staat achter het re-
cord de beginletter van de categorie.
Herkieslijst: Druk op @. Kies met [ een record uit
de lijst van de gekozen nummers.
Uitgaande telefoongesprekken
U kunt de herkieslijst ook opvragen door op OK,
22 en OK te drukken.
Bellerslijst: Druk lang op @ (tenminste twee secon-
den). Kies met [ een record uit de bellerslijst.
Binnenkomende telefoongesprekken
U kunt de bellerslijst ook opvragen door op OK,
21 en OK te drukken.
CLIP vereisten
Opdat deze functie zou functioneren, moet voor uw
telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP)
geactiveerd zijn (afhankelijk van het land en het net-
werk). Nummer en naam worden niet getoond wan-
neer de beller zijn nummer onderdrukt.
Fax manueel verzenden
1 Voer het document in.
2 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsen-
bord of kies een opgeslagen record.
3 Druk op ß.
4 Druk op START.
Nummers met elkaar verbinden
U kunt manueel ingevoerde cijfers en opgeslagen records
combineren en bewerken vooraleer te kiezen. Hebt u bij-
voorbeeld het netnummer van een gunstige telefoonaan-
bieder (call-by-call) als telefoonboekrecord opgeslagen dan
kiest u deze record. Aansluitend voert u het telefoonnum-
mer manueel in of u kiest nog een andere opgeslagen re-
cord.
Kiespauze invoegen
Het kan noodzakelijk zijn om bij het nummer een kiespau-
ze in te voegen, bijvoorbeeld voor een doorkiesnummer of
onderadres of bij een interlokale telefoonverbinding. Druk
lang op R (tenminste twee seconden). Op het display ver-
schijnt – . Het tweede deel van het nummer wordt pas na
een korte pauze gekozen.
NL
21