4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Onder fluorescente verlichting, LED-verlichtingsarmaturen enz., zal de geschikte
witbalans variëren afhankelijk van het verlichtingstype, gebruik daarom [AWB] of
[Ò].
• De witbalans wordt alleen berekend voor onderwerpen die binnen het bereik van de flitser van
het toestel liggen.
(P104)
• In de Scene Guide modus worden de instellingen gemaakt die geschikt voor iedere scène
zijn.
• In de Scène Guide modus zal het veranderen van de scène of de opnamemodus tot gevolg
hebben dat de instellingen van de witbalans (met inbegrip van de fijnafstelling van de
witbalans) weer op [AWB] gezet worden.
Automatische witbalans
∫
Afhankelijk van de dominante omstandigheden waarin beelden gemaakt worden, kunnen
de beelden een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. Bovendien wanneer er
meerdere lichtbronnen gebruikt worden of er niets is met een kleur die in de buurt van wit
zit, kan de automatische witbalans niet goed kunnen werken. In zo een geval, de
witbalans instellen op een andere functie dan [AWB].
1) De automatische witbalans zal binnen dit bereik werken.
2) Blauwe lucht
3) Bewolkte lucht (Regen)
4) Schaduw
5) Zonlicht
6) Wit fluorescerend licht
7) Gloeilamp
8) Zonsopgang en zonsondergang
9) Kaarslicht
KlKelvintemperatuur en kleuren
74