Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Naald- En Garentabel - SilverCrest SNM 33 C1 Bedienings- En Veiligheidsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor SNM 33 C1:
Inhoudsopgave

Advertenties

Naald- en garentabel

NAALD-, STOF- EN GARENKEUZE
NAALD NR.
STOFFEN
Fijne stoffen: dunne katoen, voile, serge,
9-11 (65-75)
zijde, mousseline, gebreide katoen, tricot,
jersey, crêpe-stoffen, geweven polyester,
overhemd- en blousestoffen.
Middelzware stoffen: katoen, satijn,
12 (80)
zeildoek, dubbelgebreide stoffen, lichte
wollen stoffen.
Middelzware stoffen: katoenen zeildoek,
14 (90)
wollen stoffen en dikke gebreide stoffen,
badstof en spijkerstof.
Zware stoffen: zeildoek, wollen stoffen,
16 (100)
tentstof en gequilte stof, spijkerstof en
meubelbekledingstof (fijn tot middelzwaar).
Attentie: Hoe dikker de stof en hoe dikker het garen, des te sterker moet de naald zijn.
Let op:
- In het algemeen worden fijn garen en naalden gebruikt voor het naaien van fijne stoffen en
dikker garen wordt gebruikt voor het naaien van zware stoffen.
- Test altijd garen en naald op een klein stuk stof dat gebruikt wordt voor het werkelijke naaien.
- Gebruik hetzelfde garen voor naald en spoel.
- Gebruik stabiliserend materiaal voor fijn of stretch stof en kies de juiste naaivoet.
- De bovenste draadspanning moet bij het naaien van lichtgewicht stoffen, zoals zijde en jersey
enz. worden ingesteld op 2-3.
- Gebruik de pennen om de stoffen vast te houden voor u twee of meer stukken stof aan elkaar
naait.
Beginselen van het naaien
GAREN
Licht katoen-, nylon- of
polyestergaren.
De meeste garens die in de
handel verkrijgbaar zijn, zijn
middeldik en geschikt voor
deze stoffen en naalden.
Gebruik polyestergaren
voor synthetische stoffen en
katoengaren voor natuurlijke
stoffen voor het beste
resultaat.
Gebruik altijd hetzelfde garen
voor de boven- en onderdraad.
NL / BE
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave