6.3. Aanpassing zittingshoogte (elektrische en gereguleerde bewegingsmodellen)
De zitting van de stoel kan verhoogd of verlaagd worden naar de behoefte van de gebruiker.
Aan de rechterkant van de stoel zit een intrekbare hendel die het bewegen van de stoel faciliteert.
Draai de hendel met de klok mee om de stoel te verhogen tot de gewenste hoogte.
Draai de hendel tegen de klok in om de stoel te verlagen.
6.4. Aanpassing zittingsbreedte
Door de juiste zittingsbreedte en de interne breedte van de zitting tussen de armsteunen leunen de armen comfortabel op de armsteunen
en wordt er bijgedragen aan de heupstabiliteit en veiligheid van de gebruiker. Als deze te breed is, kan het lastig zijn een juiste houding
vol te houden, als deze te smal is, kan de gebruiker niet goed tegen de rug van de stoel zitten.
Om de zittingsbreedte te meten moet de gebruiker in het midden van de stoel zitten, meet dan het breedste gebied van de onderkant/
heupen en voeg 5 cm toe aan beide zijden.
Om de zittingsbreedte aan te passen:
• Verwijder het armpaneel aan de zijkant door het van de stoel weg te trekken. Er zijn plastic clips voor gemakkelijke verwijdering en bevestiging.
• Zoek de vlinderknop aan de achterkant van de onderarm en de veeraangedreven afsteller aan de voorkant.
• Trek de veeraangedreven afsteller omlaag en trek het hele armssysteem in of uit om de vereiste breedte te verkrijgen. Zorg dat de
ruimte tussen iedere arm en de zitting hetzelfde is.
• Zorg dat de veeraangedreven afsteller stevig op zijn plaats zit en maak deze weer vast.
• Herhaal dit voor de arm aan de andere kant.
• Plaats het armpaneel aan de zijkant terug door de plastic clips op het metalen frame van de stoel te drukken totdat deze vastklikken op
het frame.
6.5. Het verwijderen van de zitmodule
De zitmodule kan helemaal verwijderd worden voor vervanging of schoonmaken.
Om de zitmodule te verwijderen:
• Zoek de twee schroeven aan de voorkant van de stoel en verwijder deze met een kruiskopschroevendraaier.
• De zitmodule kan nu verwijderd en vervangen worden indien nodig.
BELANGRIJK
Zorg dat bij het vervangen van de zitmodule de schroeven aan de voorkant weer bevestigd worden om te voorkomen dat
de module uit de zitting valt.
6.6. Aanpassing hoogte armleuning
De Duo heeft een onafhankelijke aanpassing van de armleuninghoogte om te zorgen dat de elleboog van de gebruiker comfortabel op de
leuning kan rusten en ondersteuning levert zonder opgetrokken of hangende schouders, wat een betere houding bevordert.
Om de armhoogte aan te passen:
• Verwijder het armpaneel aan de zijkant door het van de stoel weg te trekken. Er zijn plastic clips voor gemakkelijke verwijdering en bevestiging.
• Maak de veeraangedreven afsteller voor en achter los. Draai tegen de klok in totdat deze los komt.
• Verhoog of verlaag de arm tot de gewenste hoogte.
• Zeker de hendels aan de voorkant en achterkant.
BELANGRIJK
Til de arm niet meer dan 300 mm boven de bovenkant van de zitmodule omdat het armpaneel dan niet meer in de zijkant
van de arm past.
1 0
D I R E C T H E A L T H C A R E G R O U P . C O M
D U O
G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G
6.7. Verwijderbare leuningen
De zijarmen van de Duo zijn verwijderbaar voor gemakkelijke overdracht via de zijkant en positionering met een band als een tiltoestel
gebruikt wordt.
Om de zijarmen te verwijderen:
• Verwijder het armpaneel aan de zijkant door het van de stoel weg te trekken. Er zijn plastic clips voor gemakkelijke verwijdering en bevestiging.
• Zoek de vlinderknop aan de achterkant van de onderarm en de veeraangedreven drukknop aan de voorkant.
• Trek de veeraangedreven drukknop omlaag en trek het hele armsysteem weg van de stoel.
VOORZICHTIG
Verwijder nooit beide armen tegelijk om de veiligheid
van de gebruiker te garanderen.
6.8. Zwenkwieltjes
De Duo is standaard uitgerust met vier wieltjes van 100 mm met twee zwenkwieltjes voor en twee
wieltjes met remmen achter die niet rollen of zwenken als de rem erop staat.
Druk de rode rand voor op het geribbelde platform van ieder wiel naar beneden om de rem op de
achterste wieltjes te zetten.
Druk de verhoogde bovenkant van het rood geribbelde platform omlaag totdat deze weer gelijk is aan
de rest van de wielbehuizing om de remmen weer te ontgrendelen.
WAARSCHUWING
Zorg dat de wieltjes altijd op de rem staan als de gebruiker zonder toezicht in de
stoel zit.
WAARSCHUWING
Zorg dat de wieltjes altijd op de rem staan als de gebruiker in de stoel geplaatst wordt of er
uitgehaald wordt om onverwachte bewegingen van de stoel te voorkomen.
VOORZICHTIG
Zorg dat er niets is om de vrije beweging van de stoel
te hinderen voordat de rem van de wieltjes verwijderd
wordt om de stoel te bewegen.
WAARSCHUWING
Zorg dat alle vier de wieltjes in contact met de vloer staan
voordat de patiënt zonder toezicht wordt achtergelaten.
6.8.1. Zwenkwieltjes met richtingsvastzetter (optioneel op het moment van productie)
De Duo stoel kan worden uitgerust met zwenkwieltjes met richtingsvastzetter. Hierdoor kan één wieltje
worden vastgezet in de positie 'recht vooruit' waardoor er met precisie gestuurd kan worden.
Het rechterachterwieltje wordt meestal gebruikt als zwenkwieltje met richtingsvastzetter, te
herkennen aan het groene lipje. Hierdoor kan het wieltje worden vastgezet in de positie 'recht vooruit'
waardoor de stoel makkelijker recht vooruit kan worden geduwd.
• Druk de groene voorkant van het geribbelde platform omlaag om de rem te activeren. Duw daarna de stoel naar voren om de
richtingsvastzetter te activeren. Deze zal in de positie recht vooruit 'vastklikken".
• Druk op de bovenkant van het groene geribbelde platform totdat deze op gelijke hoogte is met de bovenkant van de rest van het wiel.
• Zorg dat het zwenkwieltje met richtingsvastzetter gedeactiveerd is voordat de stoel in krappe ruimtes bewogen worden.
• De drie andere wieltjes zijn wieltjes met remmen (rood lipje) die niet rollen of zwenken als de rem geactiveerd is.
D I R E C T H E A L T H C A R E G R O U P . C O M
VOORZICHTIG
Ga nooit op de armen zitten en oefen geen druk uit op
de voorkant van de armen.
Geremd
Ongeremd
VOORZICHTIG
Controleer altijd dat de wieltjes ontgrendeld zijn voordat de
stoel bewogen wordt.
WAARSCHUWING
Zorg dat de stoel op een platte ondergrond staat voordat
de patiënt zonder toezicht wordt achtergelaten.
1 1