530 U/UN Installatie-, bedienings- en onderhoudshandleiding Inhoud 1 Conformiteitsverklaring 2 Inbouwverklaring 3 Als u uw pomp uitpakt 3.1 De pomp uitpakken 3.2 Wegwerpen van verpakkingsmateriaal 3.3 Inspectie 3.4 Meegeleverde componenten 3.5 Opslag 4 Informatie over het retourneren van pompen 5 Overzicht peristaltische pompen...
Pagina 2
11.2 Bedraden van de VS NEMA module 11.3 Aardingsscherm voor besturingskabels op de NEMA module 12 Checklist bij het opstarten 13 Bedrading voor aansturen 13.1 Bovenste D-connector 13.2 Onderste D-connector 13.3 Standaard - 25-pin D: In- en uitgangen 13.4 Standaard - 25-pin D: stroomtoevoerlimieten 13.5 N-modules Standaard en SCADA 13.6 Standaard N-module 13.7 SCADA N-module...
Pagina 3
20.3 Hervat de onderbroken doseringen 20.4 Meester dosering 20.5 Handmatige dosering 21 Hoofdmenu 21.1 Beveiligingsinstellingen 21.2 Algemene instellingen 21.3 Besturingsinstellingen 21.4 Uitgangen configureren 21.5 Ingangen configureren 22 Help 22.1 Help 23 Opsporen en oplossen van fouten 23.1 Lekdetectie 23.2 Foutmeldingen 23.3 Technische ondersteuning 24 Onderhoud van de aandrijving 25 Reserveonderdelen van de aandrijving...
Pagina 4
Originele instructies De originele instructies voor deze handleiding zijn geschreven in het Engels. Versies van deze handleiding die in een andere taal zijn opgesteld, zijn een vertaling van de originele instructies. m-530un-nl-08...
Inbouwverklaring Declaration of Incorporation Watson-Marlow Ltd Falmouth Cornwall TR11 4RU England In accordance with the Machinery Directive 2006/42/EC that if this unit is to be installed into a machine or is to be assembled with other machines for installations, it shall not be put into service until the relevant machinery has been declared in conformity.
Als u uw pomp uitpakt De pomp uitpakken Pak alle onderdelen voorzichtig uit en bewaar de verpakking totdat u zeker weet dat alle componenten aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Controleer dit aan de hand van de lijst met geleverde componenten, zie hieronder.
Informatie over het retourneren van pompen Voordat u producten retourneert, moeten deze grondig worden gereinigd/ontsmet. De verklaring waarin dit wordt bevestigd, moet worden ingevuld en aan ons worden geretourneerd, voordat het artikel wordt verzonden. U dient een decontaminatieverklaring in te vullen en terug te sturen met daarin alle vloeistoffen die in contact zijn geweest met de apparatuur die aan ons wordt geretourneerd.
Pagina 9
Slangenpompen werken volgens het verdringerprincipe. Zij zijn met name geschikt voor doseertoepassingen. Deze pompen zijn gemakkelijk te installeren en eenvoudig te bedienen. Bovendien zijn de onderhoudskosten laag. m-530un-nl-08...
Garantie Watson-Marlow Ltd ('Watson-Marlow') garandeert dat dit product bij normaal gebruik en onderhoud gedurende vijf jaar vanaf de verzenddatum vrij zal zijn van fouten in materialen en afwerking. De enige verantwoordelijkheid van Watson- Marlow en het uitsluitende verhaal van de klant met betrekking tot vorderingen die voortvloeien uit de aankoop van een product van Watson-Marlow is, naar keuze van Watson-Marlow: reparatie, vervanging of krediet, indien van toepassing Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, is bovenstaande garantie beperkt tot het land waarin het product is...
Pagina 11
Hulpmiddelen zoals lekdetectors zijn uitgesloten. Schade veroorzaakt door uv-licht of direct zonlicht is uitgesloten. Pogingen om een product van Watson- Marlow te demonteren, maken de productgarantie ongeldig. Watson-Marlow behoudt zich het recht voor om deze algemene voorwaarden te allen tijde aan te passen. m-530un-nl-08...
Opmerkingen over veiligheid Deze veiligheidsinformatie dient in combinatie met de rest van deze gebruiksaanwijzing te worden gebruikt. Uit veiligheidsoverwegingen dienen deze pomp en pompkop alleen door deskundig, goed opgeleid personeel te worden gebruikt, nadat zij de handleiding hebben gelezen en begrepen en elk mogelijk gevaar hebben overwogen.
Pagina 13
Basiswerkzaamheden met betrekking tot heffen, transport, installatie, opstarten, onderhoud en reparatie moeten uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd personeel. Tijdens werkzaamheden aan de pomp moet de voeding zijn losgekoppeld. De motor moet tegen onbedoeld opstarten worden beveiligd. Sommige pompen wegen ruim 18 kg (het precieze gewicht is afhankelijk van model en pompkop - raadpleeg de informatie op de pomp).
Pagina 14
De stekker van de pomp is het verbrekingsmiddel (voor isolatie van de motoraandrijving van de netvoeding in een noodgeval). De pomp niet zodanig plaatsen dat de stekker moeilijk uit te trekken is. Als gevaarlijke vloeistoffen worden verpompt, moeten alle veiligheidsprocedures voor de desbetreffende vloeistof en toepassing in acht worden genomen om persoonlijk letsel te voorkomen.
Pagina 15
De pompkop bevat bewegende onderdelen. Voordat u het deksel of het pomphuis met gereedschap opent, moeten de volgende veiligheidsinstructies in acht worden genomen: Zorg ervoor dat de pomp niet meer aangesloten is op de netvoeding. Zorg ervoor dat de leiding niet meer onder druk staat. Als een slangdefect is opgetreden, zorg ervoor dat alle vloeistof uit de pompkop is afgetapt in een geschikte bak, container of afvoer.
Pompspecificaties Specificaties Bedrijfstemperatuur 5C tot 40C Opslagtemperatuur 530: -40 tot 70C Vochtigheid (niet- 80% tot 31C, lineair dalend tot 50% bij 40C condenserend) Maximumhoogte 2000 m Vermogensclassificatie 530: 135 VA Voedingsspanning 100-120V/200-240V 50/60Hz 1pH (Afhankelijk van regionale snoeren en voeding) Maximale spanningsvariatie ±...
Sommige pompen wegen ruim 18 kg (het precieze gewicht is afhankelijk van model en pompkop - raadpleeg de informatie op de pomp). Til de pomp op conform de richtlijnen inzake gezondheid en veiligheid op de werkplek. De onderste behuizing heeft ingebouwde vingergroeven zodat hij eenvoudiger opgetild kan worden;...
Een goede pompinstallatie Algemene aanbevelingen Plaats de pomp op een vlakke, horizontale, stevige ondergrond vrij van overmatige trilling, om de juiste smering van de tandwielkast en de juiste werking van de pompkop te garanderen. Zorg voor een vrije luchtstroom rondom de pomp zodat de warmte kan worden afgevoerd. Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur rondom de pomp niet hoger is dan...
Slangenpompen zijn zelfaanzuigend en zelfdichtend tegen terugstroming. In de aanzuig- of persleiding zijn geen kleppen nodig, behalve de kleppen die hieronder staan aangegeven. Gebruikers dienen een terugslagklep tussen de pomp en de afvoerleiding te plaatsen om het plotseling vrijkomen van vloeistof onder druk te voorkomen wanneer een pompkop of slang uitvalt.
Pompbediening 10.1 Lay-out toetsenbord en toets-ID's Waarde wijzigen Kleuren TFT- / keuzebalk ver- scherm plaatsen Functietoetsen Home Modus Stop Draairichting Start Toets HOME Als de toets HOME wordt ingedrukt, gaat de gebruiker terug naar de laatst bekende bedrijfsmodus. Als de pompinstellingen worden gewijzigd en de toets HOME wordt ingedrukt, worden alle instellingswijzigingen genegeerd en keert u terug naar de laatste bedrijfsmodus.
Aansluiten op een voeding Er is een constante netvoeding vereist, samen met kabelverbindingen die voldoen aan de beste praktijk inzake ruisimmuniteit. Het wordt niet aanbevolen om deze aandrijvingen naast elektrische apparaten te plaatsen die ruis vanuit het elektriciteitsnet kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld 3- fase contactors en inductie verwarmingsapparaten.
IP66 pompen worden geleverd met een netstroom stekker. De tule aan het NEMA Module-uiteinde van de kabel heeft een IP66 beschermingsgraad. De netstroom stekker aan het tegenovergestelde einde van de kabel heeft GEEN IP66 beschermingsgraad. Het is uw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de aansluiting op het stroomnet een IP66 beschermingsgraad heeft.
11.3 Aardingsscherm voor besturingskabels op de NEMA module Besturings- kabel Alternatieve methode Aardaansluiting Aanbevolen methode Kunststof kabelwartel met printplaat omsloten pigtail-draad naar Optioneel EMC-kabelwartel (onder- de aardaansluiting van de deelnr. GR0075 M16 EMC-kabelwar- printplaat tel) Printplaat Aardaansluiting printplaat m-530un-nl-08...
Checklist bij het opstarten Opmerking: zie ook "Pompslang vervangen " op pagina116. Zorg ervoor dat de pomp en de aanzuig- en persleidingen goed op elkaar zijn aangesloten. Zorg ervoor dat de pomp op een geschikte (net)voeding is aangesloten. Zorg ervoor dat de aanbevelingen in het hoofdstuk "Een goede pompinstallatie " op pagina18 op pagina 1 in acht worden genomen.
Bedrading voor aansturen Sluit nooit netspanning aan op de D-connectoren. Sluit de juiste signalen aan op de hieronder weergegeven pinnen. Beperk signalen tot de aangegeven maximumwaarden. Voer geen spanning over andere pinnen. Er kan dan blijvende schade worden aangericht die niet onder de garantie valt. Houd de 4-20 mA signalen en de laagspanningssignalen gescheiden van de netvoeding.
De 0 V van deze pomp is gelijkstroom-geïsoleerd (drijvend) van de netstroomaarde naar de pomp. Maar laat de pomp 0 V nooit de 10 V van de netstroomaarde van de pomp overschrijden door verbinding met externe apparatuur om overbelasting van de interne 0 V naar aarde EMI- condensatoren te voorkomen.
Pagina 28
Ingang Configureerbaa Naam van het signaal Signaalrespons uitgang AUTO/HANDMATIG AUTOMAN AUTOMAN LOGIC UITVOER 1 LOGIC UITVOER 1 Uitvoer 1 LOGIC UITVOER 2 LOGIC UITVOER 2 Uitvoer 2 m-530un-nl-08...
Pagina 29
Ingang Configureerbaa Naam van het signaal Signaalrespons uitgang LOGIC UITVOER 3 LOGIC UITVOER 3 Uitvoer 3 LOGIC UITVOER 4 logic_out4.pdf LOGIC UITVOER 4 Uitvoer 4 GEMEENSCHAPPELIJK Gemeenschappelijke aansluitklemmen, gebruikt voor spanningsvoorziening logische outputs m-530un-nl-08...
Pagina 33
Ingang Functie Configureerbaar Signaalrespons uitgang DOSERING DOSERING DOSERING ANALOG 1 0-10 V of 4-20 mA ANALOG 1 0 V 0 V 0-10V 10 V REF ANALOOG 1 m-530un-nl-08...
Ingang Functie Configureerbaar Signaalrespons uitgang ANALOG 2 ANALOG 2 13.4 Standaard - 25-pin D: stroomtoevoerlimieten Signaal Connector Pinnummers Spanning Belasting 5 V Ref Bovenste 18, 19 5 V bij geen Totaal van alle pinnen 10 belasting mA max Onderste 9, 19, 23 12V Ref Bovenste 12V bij geen...
13.6 Standaard N-module Opmerking: Het is mogelijk dan niet alle functies beschikbaar zijn. Dit hangt van uw pompmodel af. Levering reservede- Tacho o/p RS485 Relais 4 Relais 3 Relais 2 Relais 1 Gemeenschappelijke freq. -12V +12V (maximaal +24 VDC) (gepland) +12V +10V Richting in-...
Pagina 36
Uitleg van symbolen INVOER DROOG (GEEN LEK) IN BEDRIJF UITVOER NAT (LEK WAARGENOMEN) STOP HANDMATIGE REGELING (TOETSENDBORD) DRAAIEND NAAR RECHTS OMKERING VAN DRAAIRCHTING MET TOETSENBORD DRAAIEND NAAR LINKS ANALOGE (4-20mA/0-10V) REGELING EXTERNE OMKERING VAN DRAAIRICH- TING EXTERNE INGANGSSPANNING STARTDOSERING BIJ STIJGENDE RAND Standaard N-module;...
Pagina 38
Connector-nr. Functie Ingang Configureerbaar Signaalrespons uitgang EXTERNE POT. 10 V 10 mA max ANALOOG 2 Lek = hoog LEKDETECTIE HOOG LEKDETECTIE LEKDETECTIE LAAG LEKDETECTIE Lek = laag LEKDETECTIE R S 4 8 5 0 V A B J 1 0 Hz = 5 V TTL V = 0-10 V I = 4-20 mA...
Pagina 39
Connector-nr. Functie Ingang Configureerbaar Signaalrespons uitgang Totaal van alle 12V-stromen = LEVERING RESERVE- DELEN 10 mA DC max. GEMEENSCHAPPELIJK J14,15,16,17 LAAG = N/C HOOG = N/O RELAIS 1 - 4 24V DC MAX Schakelt een 124R- afsluitweerstand in of uit - mogelijk vereist bij grote kabellengten Schakelt een filtercondensator...
13.7 SCADA N-module Opmerking: Het is mogelijk dan niet alle functies beschikbaar zijn. Dit hangt van uw pompmodel af. RS485 Tacho o/p Relais 4 Relais 3 Relais 2 Relais 1 +12V +10V Draairich- Analoog 2 Exter- Auto/handmatig i/p Dosering i/p Draairichting i/p Analoog 1 Start/stop i/p Lekdetector ting...
Pagina 41
Uitleg van symbolen INVOER DROOG (GEEN LEK) IN BEDRIJF UITVOER NAT (LEK WAARGENOMEN) STOP OMKERING VAN DRAAIRCHTING MET DRAAIEND NAAR RECHTS HANDMATIGE REGELING (TOETSENDBORD) TOETSENBORD ANALOGE (4-20mA/0-10V) REGELING EXTERNE OMKERING VAN DRAAIRICH- DRAAIEND NAAR LINKS TING AC-INVOER (WISSELSTROOM) STARTDOSERING BIJ STIJGENDE RAND SCADA-module;...
Pagina 42
Connector-nr. Functie Ingang Configureerbaar Signaalrespons uitgang ANALOOG 1 DRAAIRICHTING EN EXTERNE POT. 10 V 10 mA max ANALOOG 2 LEKDETECTIE Lek = hoog LEKDETECTIE Lek = laag 0-10V 4-20mA TACHO O/P m-530un-nl-08...
Connector-nr. Functie Ingang Configureerbaar Signaalrespons uitgang img_scada_mod_j12-15.pdf J12,J13,J14,J15 LAAG = N/C HOOG = N/O RELAIS 1 - 4 110 VAC MAX Schakelt een 124R- afsluitweerstand in of uit - mogelijk vereist bij grote kabellengten Schakelt een filtercondensator in of uit voor optioneel gebruik, wanneer een inwendige klem is geselecteerd.
Pagina 44
8 bit Byte 1 Van tevoren toegewezen 8 bit Byte 2 Pompkoptype 8 bit Byte 3 Min toerental (hoge byte van 16-bit niet-ondertekend) 8 bit Byte 4 Min toerental (lage byte van 16-bit niet-ondertekend) 8 bit Byte 5 Max toerental (hoge byte van 16-bit niet-ondertekend) 8 bit Byte 6 Max toerental (lage byte van 16-bit niet-ondertekend)
Pagina 45
= 530 met 520R-kop failsafe 0x00 0x00 0x00 0x00 0x00 0x00 0x01 0x00 0x00 toerental ingesteld op laatste vereiste toerental = 530 met 520R-kop failsafe 0x00 0x00 0x00 0x00 0x00 0x00 0x02 0x02 0xEE toerental ingesteld op 12,8 Pomptype Waarde Pomp 0x00 530 (STANDAARD)
Failsafe De failsafeparameter wordt gebruikt om de correcte stappen te bepalen die uitgevoerd moeten worden in het geval van een PROFIBUS-communicatiestoring. U vindt de configuratie van de failsafe byte terug in onderstaande tabel. Indien er geen bits zijn ingesteld of als er een ongeldig bitpatroon is ingesteld, zal de standaard failsafe de pomp stoppen.
Pagina 48
Control Word Motor draait (1 = draait) Draairichting (0 = naar rechts, 1 = naar links) Tacho reset (1 = telling resetten) Gereserveerd Veldbus min./max. toerental inschakelen (1 = ingeschakeld) Veldbus debietkalibratie inschakelen (1 = ingeschakeld) Lekdetectiesensor negeren Vloeistofpeil resetten Pompkop en slang 9-15 Gereserveerd...
Pagina 50
= (verandering in tachometerstand in 1 min. /10) x µl per omw. Statuswoord Omschrijving Motor draait (1 = draait) Algemene storing markering (1 = storing) Veldbus besturing (1 = ingeschakeld) Deksel (uitsluitend op modellen die geschikt zijn voor deksels) (1 = deksel geopend) Overstroom storing Onderspanning storing...
De pomp voor het eerst inschakelen Zet de pomp aan. De pomp toont gedurende drie seconden het opstartscherm met het logo van Watson-Marlow Pumps. 14.1 De taal kiezen 1. Gebruik de toetsen ∧/∨ om de gewenste taal te kiezen en druk op SELECT. m-530un-nl-08...
Pagina 55
2. De door u geselecteerde taal verschijnt nu op het scherm. Druk op CONFIRM om door te gaan. Alle teksten verschijnen vervolgens in de gekozen taal. 3. Kies REJECT om naar het talenkeuzescherm terug te keren. Dit gaat vervolgens verder naar het homescherm.
14.2 Standaardinstellingen bij eerste opstart De pomp is vooraf ingesteld met operationele parameters, zoals in onderstaande tabel wordt getoond. Parameters 530 standaardinstelling Taal Niet ingesteld Standaard stand Handmatig Standaard handmatige snelheid 220 tpm Pompstatus Gestopt Max. toerental 220 tpm Draairichting Naar rechts Pompkop 520R2...
Pagina 57
Parameters 530 standaardinstelling Uitvoer 2 - status Hoog = naar rechts Uitvoer 3 Auto/handmatig Uitvoer 3 - status Hoog = autom. Uitvoer 4 General alarm (algemeen alarm) Uitvoer 4 - status Hoog = alarm De pomp is nu klaar voor gebruik overeenkomstig de bovengenoemde standaardinstellingen. Opmerking: de kleur van de schermachtergrond verandert volgens de bedrijfsstatus als volgt: Witte achtergrond geeft aan dat de pomp is gestopt Grijze achtergrond geeft aan dat de pomp in bedrijf is...
De pomp na de eerste keer inschakelen Opeenvolgende opstartsequenties springen van het opstartscherm naar het homescherm. De pomp voert een inschakeltest uit om de goede werking van het geheugen en de hardware te bevestigen. Als een fout wordt gevonden, verschijnt een foutmelding. De pomp toont gedurende drie seconden het opstartscherm met het logo van Watson- Marlow Pumps gevolgd door het homescherm De opstart-standaardinstellingen zijn de instellingen die van kracht waren toen de pomp de laatste...
Het menu Mode Druk op MODE voor de weergave van het menu Modus wijzigen. Gebruik de toetsen ∧ en ∨ om door de beschikbare modi te scrollen. • Handmatig (standaard) • Doorstroomkalibratie • Analoog • MemoDose • TERUG Gebruik SELECTEREN om een modus te kiezen. Gebruik de rechterfunctietoets om modusinstellingen te wijzigen.
Handmatig Alle instellingen en functies van de pomp in de handmatige modus worden ingesteld en bestuurd door middel van het indrukken van toetsen. Onmiddellijk na de opstart-displayvolgorde, zoals beschreven in "De pomp na de eerste keer inschakelen " op pagina58 wordt het homescherm van de handbedieningsmodus getoond, tenzij automatisch herstarten is geactiveerd.
17.2 STOP Stopt de pomp. De achtergrond van het scherm wordt wit. Als de pomp niet in bedrijf is, heeft het indrukken hiervan geen effect. 17.3 OPBRENGST VERHOGEN EN VERLAGEN Met gebruik van de toetsen ∧ en ∨ stijgt of daalt de opbrengst. Opbrengst verlagen Een enkele druk op de toets verlaagt de opbrengst met het kleinste cijfer van de gekozen eenheid van opbrengst.
17.4 MAX FUNCTIE (alleen handmatige modus) Houd de toets MAX ingedrukt om op maximale opbrengst te werken. Laat de toets los om de pomp te stoppen. Het gedoseerde volume en de verlopen tijd worden getoond als de toets MAX ingedrukt wordt gehouden.
Doorstroomkalibratie Deze pomp toont de opbrengst in ml/min. 18.1 Instelling van de opbrengstkalibratie Met gebruik van de toetsen ∧ /∨ scrolt u naar Debietkalibratie en drukt u op KALIBREREN. Voer met gebruik van de toetsen ∧ /∨ de maximale opbrengst in en druk op INVOEREN. m-530un-nl-08...
Pagina 64
Druk op START om het pompen van een hoeveelheid vloeistof voor kalibratie te starten. Druk op STOP om met het pompen van vloeistof voor de kalibratie te stoppen. m-530un-nl-08...
Pagina 65
Gebruik de toetsen ∧ /∨ om het werkelijke verpompte vloeistofvolume in te voeren. De nieuwe kalibratie wordt geaccepteerd door op ACCEPTEREN te drukken, of druk op HERKALIBREREN om de procedure te herhalen. Druk op HOME of MODE om te annuleren. De pomp is nu gekalibreerd.
Analoge modus In deze afstandsbedieningsmodus is de opbrengst in proportie met het externe milliampère- of spanningssignaal dat door de pomp wordt ontvangen. De relatie tussen het externe signaal en de opbrengst wordt bepaald door het configureren van de twee punten A en B zoals op de onderstaande grafiek wordt getoond.
Het analoge signaal dat door de pomp wordt ontvangen, wordt op het INFO-scherm getoond; dit is alleen ter informatie. Druk op INFO om deze informatie weer te geven. 19.1 Analoge kalibratie De pomp moet worden gestopt alvorens getracht wordt de waarden te kalibreren. Hoge en lage signalen dienen binnen het bereik te liggen.
19.2 Invoer 1 kalibreren Met gebruik van de toetsen ∧ /∨ scrolt u naar Analoge ingang en drukt u op SELECTEREN. Selecteer het type ingangssignaal met de toetsen ∧ /∨ en druk op SELECTEREN. De pomp geeft de mogelijkheid om de hoge en lage mA- of V-signalen handmatig of via de analoge ingang in te voeren.
Kies of de huidige waarden handmatig via het toetsenbord moeten worden ingevoerd, of dat de huidige signalen elektrisch naar de analoge ingang moeten worden overdragen. 19.3 Het instellen van een hoog signaal Stuur het hoge signaal naar de pomp, of voer de huidige waarde in met behulp van de toetsen ∧ / ∨. m-530un-nl-08...
ACCEPT verschijnt wanneer het hoge mA signaal zich binnen de tolerantiegrenzen bevindt. Druk op ACCEPTEREN om de invoer van het hoge signaal te accepteren of druk op ANNULEREN om terug te keren naar het vorige scherm. 19.4 Instelling kalibratie hoge opbrengst Met gebruik van de toetsen ∧...
19.5 Het instellen van een laag signaal Stuur het lage signaal naar de pomp, of voer de huidige waarde in met behulp van de toetsen ∧ / ∨. Als het bereik tussen het lage en hoge signaal minder dan 1,5mA is, verschijnt de volgende foutmelding. m-530un-nl-08...
ACCEPT verschijnt wanneer het lage mA signaal zich binnen de tolerantiegrenzen bevindt. Druk op ACCEPTEREN om de invoer van het lage signaal te accepteren of druk op ANNULEREN om terug te keren naar het vorige scherm. 19.6 Instelling kalibratie lage opbrengst Met gebruik van de toetsen ∧...
Pagina 73
Vervolgens verschijnt het scherm dat bevestigt dat de kalibratie is uitgevoerd. Selecteer ANALOOG om in analoge modus te starten of HANDMATIG om in handmatige modus te vervolgen. m-530un-nl-08...
MemoDose-modus Telkens wanneer de pomp wordt gestart door START in te drukken, wordt het aantal omwentelingen van de pompkop opgeslagen totdat STOP wordt ingedrukt. Het aantal omwentelingen komt overeen met het afgegeven vloeistofvolume: de dosering. Met de MemoDose- modus kan de gebruiker een nauwkeurig vloeistofvolume herhaald doseren.
Voer met gebruik van de toetsen ∧ /∨ de opbrengst van de dosering in en druk op SELECTEREN. 20.3 Hervat de onderbroken doseringen In de MemoDose-modus heeft u de mogelijkheid om onderbroken doseringen na in- en uitschakeling te hervatten (Opmerking: Voor deze functie moet auto- herstart zijn ingeschakeld). Een andere mogelijkheid is om de onderbroken dosering te verwijderen en een nieuwe dosering te starten wanneer opnieuw ingeschakeld wordt.
20.4 Meester dosering Met gebruik van de toetsen ∧ /∨ scrolt u naar Meester dosering en drukt u op SELECTEREN. Het volgende scherm wordt weergegeven; Druk op HANDMATIG om een dosering in te voeren via het toetsenbord of druk op DOSERING om een meester dosering te doseren. m-530un-nl-08...
Pagina 77
Een meester dosering afgeven Druk op START om te beginnen met de afgifte van de nieuwe meester dosering. Druk op STOP om te eindigen met de afgifte van de nieuwe meester dosering. m-530un-nl-08...
Handmatige invoer dosering Druk op HANDMATIG op het scherm van de meester dosering. Met gebruik van de toetsen ∧ /∨ voert u het gewenste doseringsvolume in en drukt u op SELECTEREN om de meester dosering op te slaan of drukt u op ANNULEREN om terug te keren naar de MemoDose- instellingen. Doseringsvolume opslaan Druk op OPSLAAN om de meester dosering op te slaan of druk op ANNULEREN om terug te keren naar de MemoDose-instellingen.
Wanneer de MemoDose-INSTELLINGEN zijn voltooid, wordt het volgende scherm weergegeven; druk op MEMODOSE om te beginnen in de MemoDose-modus of druk op TERUG om terug te keren naar de MemoDose-instellingen. 20.5 Handmatige dosering In het homescherm van MemoDose Home drukt u op START om een dosering te leveren. Het scherm toont de opbrengst van de dosering en de resterende dosering door af te tellen van 100% naar 0%.
Pagina 80
Als het volume van de geleverde dosering verschilt van het vereiste volume, kan het percentage worden aangepast binnen het bereik 50% tot 150% van de meester dosering. Gebruik de ∧ / ∨ om het percentage te wijzigen. De nieuwe doseringsomvang wordt als een percentage weergegeven op het homescherm.
Hoofdmenu Om toegang tot het hoofdmenu te verkrijgen, dient de toets MENU op een van de HOME- of INFO- schermen te worden ingedrukt. Hiermee verschijnt het hieronder afgebeelde hoofdmenu. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk tussen de beschikbare opties te bewegen. Druk op SELECTEREN om een optie te kiezen.
21.1 Beveiligingsinstellingen beveiligingsinstellingen kunnen worden gewijzigd door selecteren BEVEILIGINGSINSTELLINGEN in het hoofdmenu. Automatische toetsenbordvergrendeling Druk op INSCHAKELEN /UITSCHAKELEN om de automatische toetsenbordvergrendeling in en uit te schakelen. Bij activering wordt het toetsenbord na 20 seconden van inactiviteit 'vergrendeld'. Na vergrendeling verschijnt het onderstaande scherm als een toets wordt ingedrukt. U ontgrendelt het toetsenbord door tegelijkertijd te drukken op de twee ONTGRENDEL toetsen.
Pagina 83
Het hangslotsymbool verschijnt op het homescherm van de operationele modus om aan te geven dat de toetsenbordvergrendeling is geactiveerd. De toets STOP werkt altijd, ongeacht of het toetsenbord is vergrendeld. Beveiliging met PIN-code Met de toetsen ∧ /∨ selecteert u PIN beveiliging in het menu BEVEILIGINGSINSTELLINGEN en drukt u op INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN om pinbeveiliging in en uit te schakelen.
Pagina 84
Om een viercijferig getal voor uw pincode te definiëren, dient u de toetsen ∧ /∨ te gebruiken om cijfers van 0-9 te kiezen. Zodra u het juiste cijfer heeft, drukt u op de toets VOLGENDE CIJFER. Na het selecteren van het vierde cijfer, drukt u op VOLGENDE. Druk vervolgens op BEVESTIGEN om te controleren dat het ingevoerde nummer de door u gewenste PIN-code is.
Pagina 85
Het volgende scherm zal worden weergegeven om aan te geven dat de Master-pin is toegepast voor toegang tot alle functies. Druk op VOLGENDE om op selectieve wijze toegang tot functies in te schakelen voor gebruiker 1 en gebruiker 2. Beveiligingsinstellingen van gebruiker 1 configureren Het scherm pinbeveiligingsniveau zal worden weergegeven met gebruiker 1 gemarkeerd, druk op INSCHAKELEN om de beveiligingsinstellingen van gebruiker 1 te configureren of scrol om een andere gebruiker te configureren.
Pagina 86
Door inschakelen van de beveiligingsinstellingen van gebruiker 1 zal het pin- invoerscherm voor gebruiker 1 worden weergegeven. Om een viercijferig getal voor de pincode van gebruiker 1 te definiëren, dient u de toetsen ∧ /∨ te gebruiken om cijfers van 0-9 te kiezen. Zodra u het juiste cijfer heeft, drukt u op de toets VOLGENDE CIJFER.
Pagina 87
Om de toegestane functionaliteit te definiëren, gebruikt u de toetsen ∧ /∨ om de functionaliteit te selecteren en drukt u op INSCHAKELEN . Met de pin van gebruiker 1 krijgt u enkel toegang tot de ingeschakelde functionaliteit; om de functionaliteit uit te schakelen, markeert u de ingeschakelde functionaliteit en drukt u op UITSCHAKELEN .
Pagina 88
Door inschakelen van de beveiligingsinstellingen van gebruiker 2 zal het pin- invoerscherm voor gebruiker 2 worden weergegeven. Om een viercijferig getal voor de pincode van gebruiker 2 te definiëren, dient u de toetsen ∧ /∨ te gebruiken om cijfers van 0-9 te kiezen. Zodra u het juiste cijfer heeft, drukt u op de toets VOLGENDE CIJFER.
Pagina 89
Opmerking: Nadat de beveiligingsinstellingen voor gebruiker 1 en gebruiker 2 zijn ingesteld door de Master, kan men alleen toegang krijgen tot de beveiligingsinstellingen met behulp van de Master-pin. Het scherm HOME wordt dan weergegeven. Er is nu een pin nodig om toegang te krijgen tot alle functionaliteiten.
Als u met de ingevoerde pin geen toegang heeft tot de functionaliteit, zal het volgende scherm worden weergegeven. Toetsenbord-piepsignaal Van beveiligingsinstellingen scrolt u naar Geluid toetsenbord met gebruik van de toetsen ∧ /∨ en selecteert u INSCHAKELEN. De pomp zal nu piepen bij elke toetsaanslag. m-530un-nl-08...
Pin invoeren bij het opstarten De instelling Pin invoeren bij het opstarten kan worden gebruikt om de software zo te configureren, dat het invoeren van de pin vereist is bij het opstarten. Deze functie betekent ook dat de mogelijkheid van het automatisch herstarten nu onafhankelijk is van de invoer van de pin na het opstarten.
Pagina 92
Druk op INSCHAKELEN /UITSCHAKELEN om de functie Automatisch herstarten (alleen in de modi Handmatig, Netwerk en MemoDose) in/uit te schakelen. Gebruik automatisch herstarten niet om meer dan 20 keer per uur, opnieuw op te starten. Wij raden externe aansturing aan als een hoog aantal starts vereist is.
Pagina 93
Het !-symbool is een waarschuwing dat de pomp op elk moment op afstand kan worden ingeschakeld. Dit symbool wordt altijd weergegeven wanneer de pomp in enige modus met externe aansturing is geschakeld (analoge en netwerkmodus). het wordt ook weergegeven wanneer de functie Automatisch herstarten is geactiveerd, aangezien de pomp kan worden ingeschakeld na het uit- en inschakelen van de voeding (Automatisch herstarten is van toepassing in de modi Handmatig, Netwerk en MemoDose).
Pagina 94
Als er een doorstroomsnelheid is geselecteerd, moet u het soortelijk gewicht van de vloeistof invoeren. Het volgende scherm wordt weergegeven. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de waarde van het soortelijke gewicht in te voeren en druk op SELECTEREN. Pomplabel Het pomplabel is een door de gebruiker gedefinieerd, uit 20 cijfers bestaand, alfanumeriek label dat in de kopbalk van het homescherm wordt getoond.
Pagina 95
Gebruik de toetsen ∧ /∨ om door de beschikbare tekens voor elk cijfer te scrollen. De beschikbare tekens zijn 0-9, A-Z en SPACE (spatie). Druk op VOLGENDE om naar het volgende teken te gaan, of op VORIGE om naar het vorige teken terug te keren.
Pagina 96
Pompkoptype Selecteer ALGEMENE INSTELLINGEN in het hoofdmenu. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk te plaatsen op Pompkop model en druk op SELECTEREN. Het volgende scherm wordt weergegeven. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk te plaatsen op Pompkop en druk op SELECTEREN. m-530un-nl-08...
Pagina 97
Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk te plaatsen op het gewenste pompkoptype en druk op SELECTEREN. Maat en materiaal van pompslang Selecteer Slangmaat in de Algemene instellingen en gebruik dan de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk te verplaatsen naar Slangmaat en druk op SELECTEREN.
Pagina 98
Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk te plaatsen op de te gebruiken pompslangmaat en druk op SELECTEREN. Als er een LoadSure- element is geselecteerd, wordt de pompslangmaat weergegeven als druk en binnendiameter. m-530un-nl-08...
Pagina 99
In dit scherm kunt u ook het te gebruiken pompslangmateriaal selecteren. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk te plaatsen op Slangmateriaal en druk op SELECTEREN. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk te plaatsen op het te gebruiken pompslangmateriaal en druk op SELECTEREN.
In het scherm Pompkopmodel kunt u het batch- nummer van de pompslang opslaan om later te kunnen raadplegen. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk te plaatsen op Slang batchnummer en druk op SELECTEREN. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om door de beschikbare tekens voor elk cijfer te scrollen. De beschikbare tekens zijn 0-9, A-Z, en SPACE (spatie).
Pagina 101
Taal Selecteer language (taal) op het algemene instellingenmenu om een andere schermtaal voor de pomp te selecteren. De pomp moet worden gestopt voordat de taal kan worden gewijzigd. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk naar de door u gewenste taal te verplaatsen. Druk op SELECTEREN om te bevestigen.
21.3 Besturingsinstellingen Selecteer BESTURINGSINSTELLINGEN in het hoofdmenu voor toegang tot het onderstaande submenu. Gebruik de toetsen ∧ /∨ om de keuzebalk te verplaatsen. Druk op SELECTEREN om de gewenste functie te kiezen. Snelheidslimiet Het maximale toerental van de pomp is 220 tpm. Selecteer in het menu met de besturingsinstellingen de optie Snelheidslimiet om een lagere maximumsnelheid voor de pomp in te stellen.
De bedrijfsuren resetten Selecteer Resetten draaiuren in het menu met de besturingsinstellingen. Selecteer RESETTEN om de bedrijfsurenmeter op nul te zetten. De bedrijfsurenmeter kan worden bekeken door op uw homescherm INFO in te drukken. Het volgende scherm wordt weergegeven. Druk op RESETTEN om de bedrijfsuren te resetten of druk op TERUG om terug te keren naar het menu met de besturingsinstellingen.
Pagina 104
Gebruik de toetsen ∧ /∨ en druk op SELECTEREN om de gewenste pompstatus voor die uitgang te kiezen. Het vinkje geeft de huidige instelling aan. Gebruik de toetsen ∧ /∨ en druk op SELECTEREN om de logische staat van de gekozen uitgang te kiezen. Druk op SELECTEREN om de uitgang te programmeren of druk op TERUG om te annuleren.
21.5 Ingangen configureren Selecteer Ingang voor configuratie in het menu met de besturingsinstellingen. Gebruik de toetsen ∧ /∨ en druk op SELECTEREN om de te configureren ingang te kiezen. Gebruik de toetsen ∧ /∨ en druk op SELECTEREN om de logische staat van de gekozen ingang te kiezen. Druk op SELECTEREN om de uitgang te programmeren of druk op TERUG om te annuleren.
Pagina 106
Uitschakelen externe stop in handmatige modus Gebruikers kunnen de invoer voor de externe stop deactiveren/activeren wanneer de pomp in handmatige modus is, door de volgende handelingen uit te voeren bij het configureren van de 'start/stop'-instellingen. De standaardinstelling is û. De invoer start/stop is niet gedeactiveerd in de handmatige modus. Druk op SELECTEREN om de instelling te wijzigen in ü.
Pagina 107
Inschakelen externe stop in handmatige modus De instelling isü. De invoer start/stop is gedeactiveerd. Druk op SELECTEREN om het menu Logische staat te openen. m-530un-nl-08...
Pagina 108
Gebruik de toetsen ∧ /∨ en druk op SELECTEREN om de logische staat van de gekozen uitgang te kiezen oor uw aangesloten apparaat. Druk op HOME om terug te keren en de instelling op te slaan. De invoer is nu geactiveerd in de handmatige modus.
Opsporen en oplossen van fouten Als het pompdisplay blanco blijft nadat de pomp is ingeschakeld, controleer dan het volgende: • Controleer of de pomp is aangesloten op de netvoeding. • Controleer de zekering in de netstekker, indien aanwezig. • Controleer de stand van de spanningskeuzeschakelaar. •...
23.1 Lekdetectie Als een Watson-Marlow-lekdetector is gemonteerd op de pompkop en er een lek wordt gedetecteerd, zal de pomp het volgende bericht weergeven: Volg de instructies in "Pompslang vervangen " op pagina116 om uw slang of pompslang te vervangen. Als dit bericht wordt herhaald wanneer er weer stroom staat op de pomp, controleer dan of de lekdetector schoon is en vrij van vuil, en schakel de pomp dan weer in.
Foutcode Foutconditie Voorgestelde actie Stop pomp direct. Er10 Tacho-fout Resetten wellicht mogelijk door voeding UIT/AAN te schakelen. Of vraag om hulp. Stop pomp direct. Er14 Toerentalfout Resetten wellicht mogelijk door voeding UIT/AAN te schakelen. Of vraag om hulp. Stop pomp direct. Er15 Overstroom Resetten wellicht mogelijk door voeding...
Onderhoud van de aandrijving De pomp bevat geen door de gebruiker te onderhouden zekeringen of onderdelen. Neem voor reparaties contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Watson-Marlow. m-530un-nl-08...
Reserveonderdelen van de aandrijving Omschrijving Onderdeelnr. Vervangbare hoofdzekering, type T2, 2.5A H 250V 20 mm MNA2107A (verpakking van 5 stuks) Voetje (verpakking van 5 stuks) MNA2101A Module-afdichting MN2516B Kapje van moduleschakelaar: MN2505M Tules (STD) GR0056 Tules (EMC) GR0075 Blindpluggen GR0057 Afdichtring voor blindplug en tule GR0058 Ontluchting met druksluiting...
Pompkop vervangen Trek altijd de stekker van de pomp uit het stopcontact, voordat u een kap opent of bij andere plaatsings-, verwijderings- of onderhoudswerkzaamheden. 26.1 Pompkop vervangen 520R m-530un-nl-08...
Pompslang vervangen Trek altijd de stekker van de pomp uit het stopcontact voordat u een kap opent of bij andere plaatsings-, verwijderings- of onderhoudswerkzaamheden. 27.1 continueslangen 520R en 520R2 505L ≤ 8,0 mm = 145 mm, 9,6 mm = 150 mm m-530un-nl-08...
27.2 Pompslang elementen Grijs Beige Blauw >4 bar >7 bar >2 bar 520REL, 520REM en 520REH 530 Sanitaire connectors 530 Industriële connectors m-530un-nl-08...
Pagina 118
505L Algemene richtlijn voor het reinigen met oplosmiddelen Chemie Reinigingsvoorzorgsmaatregelen Alifatische koolwaterstoffen Verwijder deksel. Stel rotorkap en koppelingsschoen minder dan één minuut bloot aan dit oplosmiddel (mogelijke aantasting door bijtende stoffen). Aromatische koolwaterstoffen Verwijder deksel. Stel rotorkap en koppelingsschoen minder dan één minuut bloot aan dit oplosmiddel (mogelijke aantasting door bijtende stoffen).
28.2 Slang- en element-onderdeelnummers 1,6 mm wanddikte, slang voor 520R-pompkoppen STA-PURE Serie inch Marprene Bioprene 1/50 902.0005.016 933.0005.016 — 1/32 902.0008.016 933.0008.016 — 1/16 902.0016.016 933.0016.016 966.0016.016 902.0032.016 933.0032.016 966.0032.016 3/16 902.0048.016 933.0048.016 966.0048.016 902.0064.016 933.0064.016 966.0064.016 5/16 902.0080.016 933.0080.016 966.0080.016 STA-PURE Serie inch...
Pagina 121
913.A064.016 5/16 913.A080.016 Opmerking: STA- PURE- slangen uit de PFL- serie en STA- PURE- slangen uit de PCS- serie met een wanddikte van 1,6 mm worden geleverd in lengtes van 305 mm. 2,4 mm wanddikte, slang voor 520R2-pompkoppen inch Marprene Bioprene Pumpsil 1/50...
Pagina 122
2,4 mm wanddikte, elementslang voor 520RE-pompkoppen elementslang met 0-2 bar (0-30 psi) drukvermogen Industrieel inch Marprene TL Pumpsil Neoprene 902.0032.PFQ 913.A032.PFQ 920.0032.PFQ 902.0064.PFQ 913.A064.PFQ 920.0064.PFQ 902.0096.PFQ 913.A096.PFQ 920.0096.PFQ Sanitair STA-PURE STA-PURE inch Bioprene TL Pumpsil Serie PCS Serie PFL 933.0032.PFT 913.A032.PFT 961.0032.PFT 966.0032.PFT...
Pagina 123
elementen met 4-7 bar (60-100 psi) drukvermogen Industrieel inch Marprene TH 902.H032.PFQ Sanitair STA-PURE Serie inch Bioprene TH 933.H032.PFT 961.H032.PFT m-530un-nl-08...
Nummer Artikelnummer Omschrijving assemblage MNA2006A (520R, 520R2) Onderste (LK) slangklem MN2002M (520R, 520R2) Slangklemlocatieplug Afvoerplug MN2131M (520RE) Bovenste (RK) slangklem MNA2005A (520R, 520R2) MN2002M (520R, 520R2) Slangklemlocatieplug Beschermkapveer MN2034B MN2005M Beschermkapsluitingpatroon Pompkopdeksel compleet met afdichting en met gereedschap MNA2147A (520RE) vergrendelbare sluiting Pomphuis voor cased pompen MNA2144A (520RE)
Pagina 126
Pomp Accessoire Omschrijving Onderdeelcode compatibiliteit Slangklemset voor 505L 059.4001.000 530Di 505LTC pompkop 059.5001.000 Alle modellen 505AS Afvulstatief Doseerlans voor gebruik 059.5052.000 Alle modellen 520AL met 520AFN vulnaalden 059.5101.000 Alle modellen 505AFN Set vulnaalden Vulnaald 1,6 mm 059.5100.016 Alle modellen binnendiameter Vulnaald 3,2 mm 059.5100.032 Alle modellen...
Prestatiedata 29.1 Prestatiecurves Doorstroomsnelheid voor zuig- en persdruk voor de pompkop op verschillende aandrijfsnelheden. Deze gegevens werden geproduceerd tijdens het pompen van water op omgevingstemperatuur. Marprene continue slang, 1,6 mm wanddikte, 200tpm, rechtsomdraaiend 8,0 mm 6,4 mm 4,8 mm 3,2 mm 1,6 mm Aanzuigdruk (bar) druk (bar)
Pagina 128
Marprene continue slang, 1,6 mm wanddikte, 200tpm, linksomdraaiend 8,0 mm 6,4 mm 4,8 mm 3,2 mm 1,6 mm Aanzuigdruk (bar) druk (bar) Marprene continue slang, 2,4 mm wanddikte, 200tpm, rechtsomdraaiend 9,6 mm 8,0 mm 6,4 mm 4,8 mm 3,2 mm 1,6 mm Aanzuigdruk (bar) druk (bar)
Pagina 129
Marprene continue slang, 2,4 mm wanddikte, 200tpm, linksomdraaiend 9,6 mm 8,0 mm 6,4 mm 4,8 mm 3,2 mm 1,6 mm Aanzuigdruk (bar) druk (bar) Marprene TL element, 0-2 bar (0-30 psi), 200tpm, linksomdraaiend 9,6 mm 6,4 mm 3,2 mm Aanzuigdruk (-) bar Druk (+) bar m-530un-nl-08...
Pagina 130
Sta-Pure element, 0-2 bar (0-30 psi), 200tpm, linksomdraaiend 9,6 mm 6,4 mm 3,2 mm Aanzuigdruk (-) bar Druk (+) bar Marprene TM element, 2-4 bar (20-60 psi), 200tpm, linksomdraaiend 6,4 mm 3,2 mm Aanzuigdruk (-) bar Druk (+) bar m-530un-nl-08...
Pagina 131
Sta-Pure element, 2-4 bar (30-60 psi), 200tpm, linksomdraaiend 6,4 mm 3,2 mm Aanzuigdruk (-) bar Druk (+) bar Marprene TH element, 4-7 bar (60-100 psi), 200tpm, linksomdraaiend 3,2 mm Aanzuigdruk (-) bar Druk (+) bar m-530un-nl-08...
Handelsmerken Watson- Marlow, LoadSure, qdos, ReNu, LaserTraceability, Pumpsil, PureWeld XL, Bioprene en Marprene zijn geregistreerde handelsmerken van Watson- Marlow Limited. Tri- Clamp is een geregistreerd handelsmerk van Alfa Laval Corporate AB. STA-PURE PCS en STA-PURE PFL zijn handelsmerken van W.L.Gore and Associates. EtherNet/IP™...
Disclaimers De informatie in dit document wordt geacht juist te zijn. Watson-Marlow Fluid Technology Group kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor fouten in de informatie en behoudt zich het recht voor om specificaties zonder kennisgeving te wijzigen. WAARSCHUWING: Dit product is niet geschikt en mag niet worden gebruikt voor toepassingen die zijn aangesloten op patiënten.
Publicatiegeschiedenis Alle versies bijgewerkt, gecombineerd tot één bron en samengevoegd tot uitgave 4 09-2018 m-530un-gb-02 530 U/UN-pomp Eerste publicatie 12-2015. Uitgave 2 05-2017. m-530en-01 530 EN pomp Eerst publicatie 04-2020 m-530un-nl-08...