Aanpassen van de Brilliant Color
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en
systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren
natuurgetrouwer en levendiger in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de
middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en
natuuropnamen, zodat de projector de beelden realistisch en in ware kleuren weergeeft.
Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan. Als u dat niet wilt, kies dan Uit.
Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Een Kleurtemperatuur selecteren.
De beschikbare opties voor de instelling van de kleurtemperatuur* verschillen afhankelijk
van het geselecteerde signaaltype.
1.
Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
2.
Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
3.
Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als "wit" worden
beschouwd. Het begrip "kleurtemperatuur" is een van de meest gebruikte methoden om
de kleur wit voor te stellen. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een
rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe
schijn.
Een kleurtemperatuur naar wens instellen
Zo stelt u een kleurtemperatuur naar wens in:
1.
Selecteer Kleurtemperatuur en selecteer Warm, Normaal of Koel door op
te drukken op projector of afstandsbediening.
2.
Druk op
om Kleurtemp. fijn afstellen te selecteren en druk op Mode/Enter.
De pagina Kleurtemp. fijn afstellen wordt geopend.
3.
Druk op
/
aan door op
•
R-versterking/G-versterking/B-versterking: Past de contrastniveaus aan van rood,
groen en blauw.
•
R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: Past de helderheidsniveaus aan van
rood, groen en blauw.
4.
Druk op MENU/EXIT om af te sluiten en de instellingen op te slaan.
3D-kleurbeheer
In de meeste installatieomstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in een
klaslokaal, vergaderruimte of woonkamer waar het licht aan blijft, of als door de vensters
daglicht naar binnen komt.
Alleen in permanente installaties met kunstmatige lichtniveaus, zoals directiekamers,
congreszalen of thuisbioscopen, moet kleurbeheer worden overwogen. Met kleurbeheer
kunt u de kleuren fijn afstellen zodat u, als u dat wenst, de kleuren nog
waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en
reproduceerbare weergaveomstandigheden. U hebt een colorimeter (kleurlichtmeter) en
een reeks geschikte bronbeelden nodig om de kleurreproductie te meten. Deze
hulpmiddelen worden niet bij de projector geleverd, maar de verkoper van uw projector
of zelfs een ervaren professionele installateur zou u de nodige hulp moeten kunnen bieden.
om het item te selecteren dat u wilt veranderen en pas de waarden
/
te drukken.
/
Bediening 37