• Instellen: Selecteer het nummer van een patroon,
geef een naam voor het patroon op en klik vervolgens
op OK om het patroon op te slaan. Verplaats de
camera met de richtings-, zoom- en focusknoppen
en klik vervolgens op Stop om het patroonprofiel op
te slaan. U kunt maximaal twee minuten beweging
vastleggen.
-
,
,
,
,
,
wordt gebruikt om de camera te kantelen en te
pannen.
- Zoomen
(in/uit): Zoom in en uit.
- Focus
(Dichtbij/veraf): Stel de camerafocus
in op veraf of dichtbij.
- Snelheid: Geef de snelheid van het kantelen en
pannen van de camera op.
• Gaan naar: Selecteer een patroonprofiel en
klik vervolgens op de knop Uitvoeren om de
patroonfunctie uit te voeren.
• Naam bewerken: Deze optie wordt gebruikt om het
geselecteerde patroonprofiel te bewerken.
• Verwijderen: Deze optie wordt gebruikt om het
geselecteerde patroonprofiel te verwijderen.
(Richting): Deze optie
,
,
Toer
Selecteer het tabblad Toer en configureer de
toerinstellingen.
Dit wordt gebruikt om een toerprofiel van
verschillende functies in een bepaalde volgorde in te
stellen.
Deze optie geeft een lijst met toeren weer. Het getal is
het nummer van de toer. Klik op de knop Instellen om
de toerinstellingen te configureren.
Deel 1 - Instellingen op afstand
27