CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND EN HET UITRUSTINGSNIVEAU.
A
Waarschuwingslampje
©
Dit gaat branden als u het contact
aanzet, daarna dooft het na ongeveer drie
seconden. Het kan tegelijk gaan branden
met andere waarschuwingslampjes en/of
boodschappen op het instrumentenpaneel.
U moet meteen voorzichtig naar een merk-
dealer rijden. Als u dit voorschrift negeert,
loopt u het risico dat uw auto beschadigd
wordt.
(4/5)
Waarschuwingslampje stop on-
®
middellijk
Dit gaat branden als u het contact aanzet,
daarna dooft het na ongeveer drie secon-
den. Het gaat tegelijk met andere waar-
schuwingslampjes en/of boodschap(pen)
branden en gaat vergezeld van een geluids-
signaal.
Het dwingt u, voor uw veiligheid, direct
te stoppen zonder het verkeer in gevaar
te brengen. Stop de motor en start deze
niet opnieuw.
Roep de hulp in van een merkdealer.
De volgende controlelampjes lichten op
®
met het controlelampje
D
Waarschuwingslampje storing
remsysteem
Als het controlelampje tijdens het remmen
gaat branden samen met het waarschu-
®
wingslampje
en er een geluidssig-
naal klinkt, dan wijst dat op een daling van
de hoeveelheid remvloeistof of op een sto-
ring aan het remsysteem. Stop en roep de
hulp in van een merkdealer.
Ú
Waarschuwingslampje laad-
stroom
Dit gaat branden als u het contact aanzet
en dooft na ongeveer drie seconden. Als
het lampje blijft branden in combinatie met
®
waarschuwingslampje
luidssignaal, duidt dit op een storing in het
stroomcircuit.
.
en een ge-
1.57