6. Het systeem kalibreren
In dit gedeelte worden de kalibratieprocedure en het kalibratieschema van uw Eversense XL CGM-
systeem beschreven.
Voor de beste prestaties is regelmatige kalibratie met vingerprikmetingen door middel van een bloedglucosemeter
vereist GEEN overige testlocaties, zoals uw onderarm, gebruiken bij het invoeren van bloedglucosewaarden voor
6
kalibratie. Elke commercieel beschikbare meter kan worden gebruikt voor kalibratie. Zodra uw sensor is ingebracht en
gekoppeld aan uw Smart-zender, start het systeem een opwarmfase van 24 uur. Kalibratie is tijdens deze fase niet nodig.
Er zijn twee kalibratiefases:
Initialisatiefase – Na de opwarmfase van 24 uur moet u 4 kalibratietests met behulp van een vingerprik uitvoeren,
met tussenpozen van 2 tot 12 uur.
Dagelijkse-kalibratiefase – Na de initialisatiefase moet u 2 kalibratietests met behulp van een vingerprik per dag
uitvoeren, met tussenpozen van 10 tot 14 uur.
41
Gebruikershandleiding van Eversense XL CGM