Communiceren
Bellen
Hier vindt u informatie over het gebruik van de telefoniefuncties,
zoals bellen en gebeld worden, welke opties er tijdens een
telefoongesprek beschikbaar zijn en het gebruik van de
mogelijkheden die met bellen samenhangen.
›
Bellen en gebeld worden
Bij het bellen en het aannemen, beëindigen en weigeren
van gesprekken kunt u gebruikmaken van de toetsen of het
aanraakscherm.
•
Wanneer u de nabijheidssensor inschakelt, wordt
het aanraakscherm van uw toestel automatisch
uitgeschakeld en vergrendeld om ongewenste invoer
te voorkomen wanneer u het toestel in de buurt van
uw gezicht houdt. ► p. 99
•
Statische ontlading van uw lichaam of kleding kan
storing met de nabijheidssensor veroorzaken tijdens
een oproep.
36
Communiceren
Bellen
1
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en selecteer
→
Toetsen en geef het netnummer en abonneenummer
op.
2
Selecteer
om het nummer te bellen.
3
Selecteer
Einde om de oproep te beëindigen.
•
Sla nummers die u vaak belt in de telefoonlijst op.
► p. 63
•
U kunt snel de oproepenlijst openen om een nummer
dat u onlangs hebt gebeld, opnieuw te bellen. Selecteer
→
hiervoor
Logbestanden.
Opnemen
1
Wanneer u wordt gebeld, sleept u
de stip.
Wanneer de beltoon klinkt, drukt u op de volumetoets
om de beltoon te dempen.
2
Selecteer
Einde om de oproep te beëindigen.
naar rechts tot aan