Opmerkingen omtrent het wasgoed
Onderhoudssymbolen op het
etiket
Drogen
q
normale/hogere temperatuur
r
lagere temperatuur:
Temperatuur laag kiezen
(voor delicaat wasgoed)
s
niet geschikt voor de droogauto-
maat
strijken en mangelen
I
zeer heet
H
warm
G
warm
J
niet strijken/effenen
Droogtips
– Hou steeds rekening met de maxi-
mumlading die in de rubriek Pro-
grammaoverzicht wordt opgegeven.
Anders wordt de was niet zo be-
hoedzaam behandeld.
Bij een overladen trommel wordt het
wasgoed niet zo behoedzaam be-
handeld. Het droogresultaat komt
hierbij in het gedrang en er kunnen
ook meer kreuken optreden.
– Stop geen drijfnat wasgoed in de
trommel! Textiel na het wassen min-
stens 30 seconden laten centrifuge-
ren.
– Een gemengde lading van katoen,
bont wasgoed, kreukherstellend tex-
tiel droogt u in het programma Auto-
matic +.
14
– Maak jasjes open, zodat ze gelijkma-
tig drogen.
– Wol en gemengde weefsels die wol
bevatten hebben de neiging te vilten
of te krimpen. U kunt ze enkel dro-
gen in het speciale programma
Finish wol.
– Met dons gevuld textiel: naargelang
van de kwaliteit heeft het fijne weef-
sel binnenin de neiging te krimpen.
Het kan wel drogen in het speciaal
programma Strijken.
– Zuiver linnen weefsel: droog dit enkel
machinaal als de fabrikant dit op het
onderhoudsetiket vermeldt. Anders
kan het weefsel "ruig" worden. Het
kan wel drogen in het speciaal pro-
gramma Strijken.
– Machinaal gebreide textielsoorten
(bijv. T-shirts, ondergoed) neigen bij
de eerste wasbeurt te krimpen. Daar-
om: Het textiel niet te lang laten dro-
gen. Daarmee vermijdt u dat het ver-
der krimpt. Koop machinaal gebreid
textiel eventueel een of twee maten
groter.
– Hoe meer kreukherstellend wasgoed
u in de trommel doet, hoe groter de
kans op kreuken. Dit geldt vooral
voor heel delicaat weefsel (bijv. over-
hemden, bloezen).
In twijfelgevallen beperkt u de lading
door ze op te delen of gebruikt u het
programma Kreukherstellend strijk-
vochtig.