Verkorte handleiding
3.2
De stuursignalen aansluiten
3.2.1
Kabels
Gebruik altijd afgeschermde stuursignaalkabels. De standaard
stuursignaalaansluitingen zijn geschikt voor flexibele draad tot 1,5 mm²
(AWG
en voor massieve draad tot 2,5 mm²(AWG
15)
Tabel 12 Bereik kabelconnectors en aandraaimoment
Kabeldwarsdoorsnede connectors
2
mm
/ AWG
1,5 - 2,5 / 15-13
Afscherming
Sluit de kabelafscherming aan op de aardingsschroef (zie Afb. 11).
Voor alle signaalkabels geldt dat de beste resultaten worden verkregen als de
afscherming aan beide uiteinden is aangesloten: aan de zijde van de
frequentieregelaar en bij de bron (bijvoorbeeld PLC of computer).
Wij adviseren met nadruk om de signaalkabels met netvoedings- en
motorkabels te laten kruisen in een hoek van 90°. Laat de signaalkabel niet
parallel lopen aan de netvoedings- en motorkabels.
OPMERKING: de afscherming van stuursignaalkabels moet voldoen
aan de niveaus voor immuniteit, zoals aangegeven in de EMC-richtlijn
(beperking van geluidsniveau).
OPMERKING: de besturingskabels moeten worden gescheiden van
motor- en netvoedingskabels.
CG Drives & Automation
.
13)
Aandraaimoment
Schroef
(Nm/Lb-In)
M3
Kabelaansluitingen 27
0,5 / 4,4