10. D
E VOLGENDE FENOMENEN ZIJN GEEN
STORINGEN VAN DE AIRCONDITIONER
Symptoom 1: Het systeem functioneert niet
De airconditioner start niet meteen nadat de AAN/UIT-toets van
de afstandsbediening is ingedrukt of T1/T2 is gesloten.
Als het werkingslampje oplicht staat het systeem in normale
toestand.
Om overbelasting te voorkomen van de compressor-motor start
de airconditioner pas 5 minuten nadat de schakelaar opnieuw is
ingeschakeld nadat die net voordien was uitge-schakeld. Dit
komt ook voor als de keuzetoets voor werking werd gebruikt.
Als "Centrale besturing" op de afstandsbediening verschijnt en
bij het indrukken van de werkingstoets het scherm gedurende
enkele seconden knippert.
Dit is de indicatie dat het centrale apparaat de unit bestuurt.
Het knipperende scherm wijst erop dat de afstandsbediening
niet kan worden gebruikt.
Het systeem start niet meteen nadat de voeding is
ingeschakeld.
Wacht een minuut totdat de microcomputer werkingsklaar is.
Symptoom 2: Koelen/verwarmen kan niet worden omgeschakeld
"
" (omschakeling onder centrale besturing) op het scherm
betekent
dat
het
afstandsbediening.
Als de omschakelaar voor koelen/verwarmen op de afstands-
bediening is gemonteerd en op het scherm
De
omschakeling
koelen/verwarmen
omschakelaar voor koelen/verwarmen op de afstandsbediening.
Vraag uw verdeler waar de afstandsbedieningsschakelaar is
gemonteerd.
Symptoom 3: "Ventilator"-werking is mogelijk maar "koeling" en
"verwarming" zijn niet mogelijk.
Onmiddellijk na het inschakelen van de voeding.
De microcomputer maakt zich klaar om in werking te treden.
Wacht 10 minuten.
Symptoom 4: Uit het toestel komt witte rook
Symptoom 4.1: Luchtbehandelingsunit
Als het vochtgehalte bij het koelen hoog is.
Als de binnenkant van een luchtbehandelingsunit zeer ernstig
vervuild is wordt de temperatuurspreiding in de kamer ongelijk.
Daarom is het nodig om de binnenkant van de lucht-
behandelingsunit te reinigen. Vraag aan uw verdeler nadere
details over het reinigen van de unit. Dit is immers het werk van
een bekwaam servicetechnicus.
Meteen na het beëindigen van de koelcyclus en bij lage
kamertemperatuur en laag vochtgehalte.
Warm koelgas vloeit terug in de luchtbehandelingsunit en brengt
stoom voort.
Symptoom 4.2: Luchtbehandelingsunit, buitenunit
Als het systeem na de ontdooicyclus overschakelt op
verwarmen.
Het vocht ontstaan door het ontdooien wordt omgezet in stoom
en wordt uitgeblazen.
Symptoom 5: Op het display van de afstandsbediening verschijnt "U4" of
"U5", waarna de unit stopt, en dan na enkele minuten weer herstart.
De afstandsbediening wordt gestoord door interferentie van
andere elektrische toestellen. Dit maakt communicatie tussen
de units onmogelijk, en ze worden stilgelegd.
De werking wordt automatisch hervat zodra de interferentie
ophoudt.
ERQ100~140A7V1B + ERQ125~250A7W1B
Condensorunit met inverter
4PW51322-1
gaat
om
een
ondergeschikte
verschijnt.
gebeurt
door
Symptoom 6: De airconditioners maken lawaai
Symptoom 6.1: Luchtbehandelingsunit, buitenunit
Een constant laag sissend geluid is hoorbaar als het systeem
koelt of ontdooit.
Dit is het geluid van het koelgas dat door zowel de binnen- als
buitenunits stroomt.
Een sissend geluid is hoorbaar bij het starten of meteen na het
stoppen van de werking of ontdooiing.
Dit wordt veroorzaakt door het stoppen of wijzigen van de
koelmiddelstroom.
Symptoom 6.2: Buitenunit
De toon van het werkingsgeluid verandert.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de frequentiewijziging.
Symptoom 7: Er komt stof uit de unit
Wanneer een unit na een lange inactiviteitsperiode voor het
eerst weer wordt gebruikt.
Dit komt doordat stof in de unit is binnengedrongen.
Symptoom 8: De units geven een geur af
De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten,
enz. en die dan weer afgeven.
Symptoom 9: De ventilator van de buitenunit draait niet.
Tijdens de werking.
De ventilatorsnelheid wordt bestuurd met het oog op een
optimale systeemwerking.
de
Symptoom 10: Op het scherm verschijnt "
afstandsbediening is aangesloten)
Dit kan voorkomen meteen nadat de hoofdvoeding is
ingeschakeld en betekent dat de afstandsbediening in normale
positie staat. Dit houdt een minuut aan.
Symptoom 11: De compressor in de buitenunit stopt niet na een korte
verwarmingscyclus
Dit voorkomt dat er olie en koelmiddel in de compressor blijft. De
unit zal na 5 tot 10 minuten stilvallen.
Symptoom 12: De binnenkant van de buitenunit is warm, zelfs als de unit
is stilgevallen
De carterverwarming verwarmt de compressor zodat de
compressor vlot kan starten.
11. S
TORINGSOPSPORING
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onder-
staande maatregelen en neem contact op met uw verdeler.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich
iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.)
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand.
Raadpleeg uw dealer.
Het
systeem
moet
servicetechnicus.
Als een beveiliging zoals een zekering, onderbreker of aardlek-
schakelaar geregeld in werking treedt, of als de AAN/UIT-
schakelaar niet naar behoren functioneert.
Maatregel: Schakel de hoofdvoeding uit.
Als er water lekt uit de unit.
Maatregel: Stop de werking.
De bedrijfsschakelaar werkt niet goed.
Maatregel: Schakel de voeding uit.
"
. (Alleen wanneer een
worden
hersteld
door
een
Gebruiksaanwijzing
bevoegd
5