U moet dit menu-item
gebruiken:
Optie instellingen 2 3
Audio uitgang
Optie instellingen 2 3
Audio ingang
Optie instellingen 2 3
Grote hoogte
Optie instellingen 2 3
Vergrendeling
bedeningspaneel
Optie instellingen 2 3
Standby RGB/audio
Optie instellingen 2 3
Ondertiteling (V)
Optie instellingen 2 3
Timerfunctie
Optie instellingen 2 3
Ingangsniveau microfoon
Optie instellingen 2 3
Menu terugstellen
Om dit te doen:
Gebruik dit item om te bepalen of audio afkomstig van de signaalbronnen moet
worden weergegeven via de luidspreker (Luidspreker*) of met een extern weergave-
apparaat via de AUDIO OUT-aansluiting van de projector.
Zie "Veranderen van de audio-ingangsaansluiting" (bladzijde 29).
U kunt de ventilatorsnelheid voor gebruik op grote hoogte aan of uit zetten aan de
hand van de hoogte waarop de projector gebruikt wordt.
Aan: Selecteer deze instelling wanneer de projector op grote hoogte wordt gebruikt
(1500 tot 3000 meters boven zeeniveau) waar de lucht ijl is. Deze instelling
verbetert de koeling.
Uit*: Selecteer deze instelling bij gebruik op normale hoogte (tot 1500 meter).
Belangrijk!
Gebruik deze projector niet op grotere hoogtes dan 3000 meter boven
zeeniveau.
U kunt de werking van de toetsen op de projector zelf uitschakelen.
Zie "Vergrendeling bedieningspaneel" (bladzijde 29) voor meer informatie.
Bepaal dat het beeldsignaal dat de projector binnenkomt wordt doorgegeven via de
MONITOR OUT-aansluiting en een binnenkomend audiosignaal via de AUDIO OUT-
aansluiting wanneer de projector uit (standby) staat (de projector staat uit, maar heeft
wel stroom). Het geproduceerde beeld wordt vastgezet als het videosignaal van de
COMPUTER IN 1-aansluiting van de projector. De geproduceerde audio is het
audiosignaal van de audio-ingangsaansluiting die is toegewezen aan "Computer1"
van de signaalbron en het audiosignaal van de MIC-aansluiting.
Weergave: Selecteer deze instelling om de audio- en videosignalen door te geven
wanneer de projector uit (standby) staat.
Geen weergave*: Selecteer deze instelling om de audio- en videosignalen niet door
te geven wanneer de projector uit (standby) staat.
Opmerking
Wanneer "Weergave" wordt geselecteerd voor deze instelling, wordt het
audiosignaal gereproduceerd via de AUDIO OUT-aansluiting wanneer het
toestel uit (standby) staat ongeacht de huidige instelling voor "Optie
instellingen 2 3 Audio uitgang".
Het videosignaal dat binnenkomt via de COMPUTER IN 2-aansluiting kan
niet worden gereproduceerd via de MONITOR OUT-aansluiting.
Gebruik dit item om te bepalen of er ingesloten ondertiteling moet worden
weergegeven wanneer er een videosignaal wordt geprojecteerd dat dergelijke
gegevens bevat.
Uit*: De ingesloten ondertiteling wordt niet weergegeven.
CC1, CC2, CC3, CC4: Geeft de huidige instelling in voor de weergave van de
ingesloten ondertiteling (CC1, CC2, CC3 en CC4).
Open het menu voor de timerfunctie. Zie voor details "Gebruiken van de
Presentatietimer (TIMER)" (bladzijde 30).
Regelt het volumeniveau van audiosignalen die binnenkomen via de MIC-aansluiting
binnen een bereik van 0* (geen geluidsweergave) t/m 3 (maximum).
Hiermee zet u alle items op het "Optie instellingen 2" hoofdmenu terug op hun
fabrieksinstellingen voor de op dit moment gebruikte signaalbron.
36