Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
Installatie- en veiligheidsaanwijzingen
Let op
Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door een elektrotechnisch specialist.
De kamerthermostaat is bedoeld voor inbouwmontage. Hij bestaat uit
twee delen:
• Het inbouwgedeelte, waarin zich de vermogenselektronica en de
aansluitingen bevinden (voor inbouwdoos).
• De thermostaatopbouw met de bedieningselementen, die op het
inbouwgedeelte wordt geplaatst.
Let op
Aansluitfouten kunnen leiden tot beschadiging van de thermostaat!
Schade, die is ontstaan door aansluitfouten en/of verkeerd gebruik, valt
niet onder de garantie!
• Voor werkzaamheden aan de kamerthermostaat het apparaat
spanningsvrij maken en borgen tegen opnieuw inschakelen!
• De kamerthermostaat uitsluitend aansluiten op vaste leidingen in
gesloten, droge ruimten.
• Netspanningvoerende leidingen, zoals de netaansluiting en
relaisaansluitleidingen, niet in contact laten komen met
laagspanningvoerende leidingen, zoals sensorleidingen (minimale
afstand 4 mm bij geleiders met basisisolatie).
• Als de kamerthermostaat na montage niet werkt, controleer dan
allereerst de correcte aansluiting van de voeding.
4
• De bodemsensor van de kamerthermostaat in een sensorafscherm-
buis installeren. Als een open afschermbuis wordt gebruikt, sluit deze
dan af met een stop, zodat er geen tegellijm of pleister in de afscherm-
buis kan komen en de sensor wordt beschadigd.
Montage
De kamerthermostaat kan in inbouwdozen worden geplaatst c.q.
gemonteerd.
Volg onderstaande aanwijzingen voor een optimale werking:
• Wij adviseren een optimale montagehoogte van 1,50 m.
• De kamerthermostaat niet blootstellen aan directe zonnestraling of
tocht of aan andere voorverwarmde lucht (zoals boven elektrische
kachels, koelkasten e.d. of binnen het directe afstraalbereik van
radiotoren), omdat deze warmte het regelgedrag beïnvloedt.
• De kamerthermostaat niet in één inbouweenheid met andere
elektrische apparaten, b.v. dimmers, gebruiken, omdat de mogelijke
warmteontwikkeling de kamerthermostaat kan beïnvloeden.
• Voor gebruik met een externe temperatuursensor dient een lege buis
(flexibele of vaste kunststofbuis) tot aan het sensormeetpunt b.v. in de
vloer te worden geïnstalleerd. Kies een installatiepunt voor de externe
sensor, waar zo neutraal mogelijk de kamertemperatuur kan worden
gemeten.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
