VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
AirPrint Instel.
Stel deze optie in om Air|Print te gebruiken.
Selecteer in "Instellingen (beheerder)" [Systeeminstellingen] → [Netwerk- instellingen]→ [Instellingen voor externe
afdrukservices] → [AirPrint Instel.]
AirPrint (Afdrukken), AirPrint (Scannen), AirPrint (Faxen)
Selecteer deze instellingen voor gebruik van de AirPrint-functies.
mDNS
Schakel mDNS in of uit. Als mDNS is uitgeschakeld, wordt de machine niet weergegeven in de lijst met printers als
AirPrint wordt gebruikt om af te drukken.
Deze instelling is gekoppeld aan [Netwerk- instellingen] → [Services instellingen] → [mDNS-instellingen] → [mDNS] in
"Instellingen (beheerder)".
IPP
Geef aan of de IPP-poort van de machine is ingeschakeld. Deze instelling is gekoppeld aan [Beveiligings- instellingen]
→ [Poortregeling] → [IPP] in "Instellingen (beheerder)".
IPP-SSL
Geef aan of de IPP-SSL-poort van de machine is ingeschakeld. Deze instelling is gekoppeld aan [Beveiligings-
instellingen] → [Poortregeling] → [IPP-SSL] in "Instellingen (beheerder)".
Servicenaam
Stel de naam in van de printer die in de toepassing wordt weergegeven als AirPrint wordt gebruikt.
Deze instelling is gekoppeld aan [Netwerk- instellingen] → [Services instellingen] → [mDNS-instellingen] →
[Servicenaam] in "Instellingen (beheerder)".
Machinelocatie
Voer de informatie in over de installatielocatie van de machine die naar de toepassing wordt verzonden als AirPrint
wordt gebruikt.
Deze instelling is gekoppeld aan de pagina Machine-informatie in de Instellingsmodus.
geo URI (RFC 5870)
Voer de geografische locatie van de machine in.
Voer de locatiegegevens in en gebruik de indeling van de geo URI-norm.
AirPrint en het AirPrint-logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
1-90