Bediening
Bewegende delen kunnen leiden tot amputatie van vingers of kunnen ernstig letsel veroorzaken. Houd handen, kleding
en losse voorwerpen uit de buurt van alle openingen. Stop altijd de motor, koppel de bougie los, en controleer of alle
bewegende delen helemaal tot stilstand zijn gekomen, voordat u obstakels of verontreinigingen verwijdert of onder-
houd gaat uitvoeren aan de machine.
OPMERKING
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw stroombron voor instructies voor het juiste brandstofsysteem, het starten en stop-
pen.
Vóór het gebruik dient een volledige controle van de machine te worden uitgevoerd:
Controleer de machine op loszittende/ontbrekende moeren, bouten en schroeven. Indien nodig vastdraaien en/of vervangen.
Controleer de beschermkap op beschadiging en zorg dat hij stevig op zijn plaats zit. Breng een nieuwe beschermkap aan
indien deze is beschadigd of ontbreekt.
Controleer of de snijtanden goed zijn bevestigd en er veilig mee kan worden gewerkt.
De behuizing van de cultivator tandwielkast is ontworpen voor aanbevolen tanden. Wijzig de tandwielkast niet voor enig ander
doel en vervang de tanden niet door tanden van een ander type of andere grootte.
Bediening
WAARSCHUWING
Als de motor wordt gestart, kunnen de tanden draaien.
Waarschuw collega's en zorg ervoor dat kinderen en
dieren niet binnen een straal van 15 m komen.
Gebruik het apparaat altijd met beide handen.
Stop altijd de motor wanneer u met de machine naar een
andere werkplek gaat.
Voer geen onderhoudswerkzaamheden uit en verwijder
geen verstoppingen of reinig de cultivator niet bij een
draaiende motor.
Bedien de cultivator niet boven de grond of in de buurt
van uw voeten.
Zorg ervoor dat de tanden niet in aanraking komen met
grote obstakels die tot terugslag en verlies van controle
over de machine kunnen leiden.
Wanneer deze waarschuwingen niet worden opgevolgd,
kan er ernstig letsel ontstaan.
Bedieningstechnieken
1.
De bewerkingsbreedte van de cultivator is ongeveer 165
mm. Plaats de cultivator in de te bewerken zone, houd het
apparaat stevig vast met de linkerhand op de voorhand-
greep en de rechterhand op de achtergreep en schakel ge-
leidelijk de gashendel in. Geleid de cultivator zodat de
tanden zich naar voren kunnen bewegen. De bewerkings-
snelheid wordt bepaald door de hardheid van de grond.
2.
Met het cultivatoraccessoire kan de grond voorwaarts of
achterwaarts worden bewerkt. Bij een diepe bewerking eerst
met de machine voorwaarts werken en deze dan iets naar
achteren trekken, zodat de tanden dieper in de grond kun-
nen snijden. Het diep cultiveren van de grond kan ook wor-
den vergemakkelijkt door de tanden anders te positioneren.
(Raadpleeg de pagina Tandinstellingen 13).
12
WAARSCHUWING