Inhoudsopgave
Advertenties
A
Problemen oplossen
Eenvoudige problemen oplossen
In de volgende lijst ziet u een overzicht van problemen die zich met de monitor kunnen voordoen, met
bij elk probleem de mogelijke oorzaken en de aanbevolen oplossingen.
Probleem
Er wordt geen beeld weergegeven op
het scherm.
Het beeld op het scherm lijkt
vervormd; de tekst is onduidelijk of
onscherp; de beeldkwaliteit is
slechter.
Het beeld is onscherp, onduidelijk of
te donker.
Het beeld staat niet in het midden
De melding Check Video Cable
(Controleer videokabel) wordt
weergegeven.
Ingangssignaal buiten bereik.
Wijzig de instelling naar 1920 x
1080 met 60 Hz.
Mogelijke oorzaak
Het netsnoer is niet
aangesloten.
De aan/uit-knop op het
voorpaneel van de monitor
staat uit.
De videokabel is niet goed
aangesloten.
Het scherm-
beveiligingsprogramma is
geactiveerd.
De resolutie van de grafische
kaart in de computer is
ingesteld op een lagere of
hogere waarde dan de eigen
resolutie van de monitor.
De helderheid en/of het
contrast zijn te laag ingesteld.
De beeldpositie moet wellicht
worden bijgesteld.
De videokabel van de monitor
is niet aangesloten.
De schermresolutie en/of de
verversingsfrequentie is op
een te hoge waarde ingesteld.
Oplossing
Sluit het netsnoer aan.
Druk op de aan/uit-knop op het voorpaneel.
OPMERKING:
Als de aan/uit-knop niet werkt,
houdt u deze knop 10 seconden ingedrukt om de
vergrendelingsfunctie voor de aan/uit-knop uit te
schakelen.
Sluit de videokabel goed aan. Raadpleeg
Installatie van de monitor op pagina 6
informatie.
Druk op een toets op het toetsenbord of beweeg
de muis om het schermbeveiligingsprogramma te
deactiveren.
Stel de weergaveresolutie van de computer in op
dezelfde waarde als de aanbevolen eigen
schermresolutie van de monitor om de beste
beeldkwaliteit te krijgen.
Druk op het voorpaneel op de knop OK/auto. Als
hierdoor het beeld niet beter wordt, drukt u op de
knop
Menu
om het menu met scherminstellingen te
openen. Pas vervolgens de instellingen voor
contrast en/of helderheid aan.
Druk op de knop
Menu
om het menu met
scherminstellingen te openen. Selecteer
Control
(Beeldbesturing) en vervolgens
Position
(Horizontale beeldpositie) of
Position
(Verticale beeldpositie) om de horizontale
of verticale positie van het beeld in te stellen.
Verbind de juiste videokabel (DisplayPort, DVI of
VGA) met de computer en de monitor. Zorg dat de
computer is uitgeschakeld voordat u een
videokabel aansluit.
Start de computer op en schakel de Veilige modus
van Windows in. Stel de monitor in op een
ondersteunde waarde (zie
Detectie van standaard
beeldschermresoluties op pagina
computer op zodat de nieuwe instellingen van
kracht worden.
Eenvoudige problemen oplossen
voor meer
Image
Horizontal
Vertical
37). Start de
33
Advertenties
Inhoudsopgave
