4 | Montage
4
Montage
WAARSCHUWING: gaslekkage.
▶ Sluit de gaskraan voordat aan gasvoerende delen
wordt gewerkt.
Montage, gas-, afvoer- en elektrische aansluitingen en in-
bedrijfneming van de installatie moeten door een erkend
installateur worden uitgevoerd.
Voor het in en uit bedrijf nemen van het cv-toestel moet
de netstekker en daarmee de contactdoos (230 VAC,
50 Hz) altijd bereikbaar zijn. De contactdoos dient te zijn
uitgevoerd met randaarde.
4.1
Belangrijke opmerkingen
Cv-systeem met natuurlijke circulatie
Indien het cv-toestel wordt toegepast in een cv-installatie met natuurlij-
ke watercirculatie of open systeem (het cv-water staat daarbij in verbin-
ding met de buitenlucht):
▶ Monteer een scheiding (bijvoorbeeld platenwisselaar) tussen het
cv-toestel en de cv-installatie.
Indien in de cv-installatie kunststofleiding wordt gebruikt, bijvoorbeeld
bij vloerverwarming:
▶ Pas kunststofleiding toe die zuurstofdiffusiedicht is volgens
DIN 4726/4729
-of-
▶ Monteer een scheiding (bijvoorbeeld platenwisselaar) tussen het
cv-toestel en de cv-installatie.
Oppervlaktetemperatuur
De maximale oppervlaktetemperatuur van het cv-toestel is lager dan
85 °C. Conform de richtlijn voor gasverbruiksinrichtingen 2009/142/
EG zijn daarom geen speciale veiligheidsmaatregelen voor brandbare
materialen en inbouwmeubelen nodig. Houd de nationale bepalingen
aan.
Gebruik van een kamerthermostaat / ruimteregeling
▶ Pas in de referentieruimte geen thermostatische radiatorkranen toe.
4.2
Controleren gassoort
▶ Controleer of het cv-toestel geschikt is om op de aanwezige gassoort
te worden aangesloten ( tabel 6).
Gassoort
HRC 24 CW3
aardgas 2E, 2K
ja
propaan 3P
ja, na ombouw
Tabel 6 Controleren gassoort
4.3
Waterkwaliteit
Ongeschikt of vervuild cv- en leidingwater kan leiden tot storingen in het
cv-toestel door o.a. slibvorming, corrosie of verkalking. Neem voor meer
informatie over waterkwaliteit contact op met de fabrikant.
▶ Controleer de cv-installatie op vervuiling van het cv-water.
▶ Spoel de cv-installatie indien nodig.
Cv-installatie (vul- en bijvulwater)
▶ Gebruik geen grondwater.
▶ Gebruik uitsluitend onbehandeld leidingwater.
▶ Pas geen waterontharding toe.
▶ Gebruik geen chemische toevoegmiddelen anders dan in paragraaf
"Waterbehandeling" vermeld.
12
Producttype
HRC 24 CW4
HRC 30 CW5
ja
ja
ja, na ombouw
ja, na ombouw
▶ Controleer of de pH-waarde van het cv-water ligt tussen de waarden
die in de technische specificaties staan.
Indien de pH-waarde buiten de specificaties ligt:
▶ Neem contact op met de fabrikant.
Leidingwater (toevoer warmwatervoorziening)
▶ Gebruik geen grondwater.
▶ Gebruik uitsluitend onbehandeld leidingwater.
4.4
Waterbehandeling
OPMERKING:
▶ Onder normale condities is waterbehandeling niet
noodzakelijk.
▶ Het toevoegen van afdichtingsmiddel aan het cv-wa-
ter is niet toegestaan.
Het toepassen van waterbehandeling kan effect hebben op de prestaties
van het cv-toestel. Het is daarom raadzaam zorgvuldig de juiste concen-
tratie en beschermingsgraad te kiezen.
▶ Lees de documentatie van het toe te voegen middel zorgvuldig door.
▶ Controleer in de bestaande cv-installatie het cv-water op de aanwe-
zigheid van ongewenste toevoegmiddelen.
▶ Spoel de cv-installatie indien nodig.
▶ Controleer of alle componenten (incl. radiatoren en warmteopwek-
kers) in de cv-installatie geschikt zijn voor het gebruik van het water-
behandelingsmiddel.
▶ Bepaal de inhoud van de cv-installatie.
▶ Kies de gewenste concentratie en daarmee het aantal liters toe te
voegen waterbehandelingsmiddel.
Antivriesmiddel
De volgende antivriesmiddelen zijn toegestaan:
Benaming
Fernox Protector Alphi-11
Tabel 7 Antivriesmiddelen
Corrosiebeschermingsmiddel
De volgende corrosiebeschermingsmiddelen zijn toegestaan:
Benaming
Fernox HVAC Protector F1
Tabel 8 Corrosiebeschermingsmiddelen
▶ Neem voor meer informatie contact op met de leverancier van het toe
te passen waterbehandelingsmiddel.
4.5
Ophangen cv-toestel
▶ Bepaal de plaats van het cv-toestel aan de wand. Houd hierbij reke-
ning met de minimale vrije ruimte aan de voor-, boven- en onderzijde
van het cv-toestel ( afb. 6).
▶ Monteer de ophangbeugel waterpas aan een vlakke wand.
▶ Hang het cv-toestel op door deze in de ophangbeugel te haken.
4.6
Aansluiten gas en water
4.6.1
Algemeen
OPMERKING: waterschade.
Het cv-toestel kan water bevatten. Dit kan bij het verwij-
deren van de beschermdoppen vrijkomen.
▶ Houd emmer en dweil bij de hand.
▶ Verwijder de beschermdoppen aan de onderzijde van het cv-toestel.
ProLine NxT HRC 24 CW3, HRC 24 CW4, HRC 30 CW5 • 6720818314 (2017/03)
Concentratie
zie Fernox-documentatie
Concentratie
zie Fernox-documentatie