G
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
9. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING:
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan, als
het olieniveau correct is.
LET OP:
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat de machine controleren
door een Yamaha dealer.
10. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Cardanolie
Vóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. Laat de ma-
chine controleren en repareren door een
Yamaha dealer als er lekkage wordt aange-
troffen. Bovendien dient de cardanolie als
volgt te worden ververst op de aangegeven
tijdstippen in het periodieke onderhouds- en
smeerschema.
WAARSCHUWING
G
Zorg ervoor dat geen verontreini-
DCA10400
gingen het cardanhuis kunnen bin-
nendringen.
G
Zorg dat er geen olie op de banden
of wielen terechtkomt.
Controleren van het olieniveau in het
cardanhuis
1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING:
G
Het olieniveau in het cardanhuis moet
worden gecontroleerd terwijl de motor
koud is.
G
Zorg dat de machine rechtop staat
wanneer u het olieniveau controleert.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
DAU20010
2. Verwijder de olievulplug en controleer
OPMERKING:
Het olieniveau moet bij de rand van de vulo-
pening staan.
DWA10370
1. Vulplug cardanolie
2. Aftapplug cardanolie
3. Correct olieniveau
3. Als de olie onder de rand van de vulo-
Verversen van de cardanolie
1. Plaats een oliecarter onder het car-
6-11
het olieniveau in het cardanhuis.
pening staat, vul dan genoeg olie van
de aanbevolen soort bij tot het correcte
niveau.
danhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
6