Signaalgevers stoppen of gestopte signaalgevers opnieuw starten
Als u de signaalgevers wilt stoppen, drukt u op de knop Signaalgevers
Aan/Stop. Druk nogmaals op de knop om gestopte signaalgevers opnieuw te
starten.
Een continu brandende indicatie-LED Signaalgever aan/uit geeft aan dat de
signaalgevers zijn geactiveerd (geluid klinkt). Een knipperende indicatie-LED
Signaalgevers Aan/Stop geeft aan dat een geconfigureerde vertraging aan het
aftellen is en dat de signaalgevers kunnen worden uitgeschakeld (voor
activering) door op de knop Signaalgevers Aan/Stop te drukken.
Opmerkingen
Om te voorkomen dat signaalgevers onmiddellijk worden uitgeschakeld zodra
een alarm voor het eerst wordt gemeld, is mogelijk de knop Signaalgevers
Aan/Stop tijdelijk geblokkeerd wanneer een geconfigureerde
signaalgeververtraging aan het aftellen is. De standaard uitschakeltijd voor de
knop Signaalgevers Aan/Stop is 60 seconden.
De uitschakeltijd begint met aftellen wanneer de centrale de alarmstatus activeert
en de geconfigureerde signaalgeververtraging wordt gestart.
Gedurende de geconfigureerde uitschakeltijd brandt de indicatie-LED
Signaalgevers Aan/Stop niet en kunnen de signaalgevers niet worden uitgezet
(voor activering) door op de knop Signaalgevers Aan/Stop te drukken.
In de tijd tussen het einde van de geconfigureerde uitschakeltijd en het einde van
de geconfigureerde signaalgeververtraging (wanneer de indicatie-LED
Signaalgevers Aan/Stop knippert), worden met het indrukken van de knop
Signaalgevers Aan/Stop de signaalgevers uitgezet (voor activering).
Een geconfigureerde signaalgeververtraging kan nog steeds worden uitgezet
wanneer de vertraging loopt (en de signaalgevers geactiveerd) door op de knop
Signaalgevers vertraging te drukken.
De functionaliteit van de signaalgever is afhankelijk van een eerdere configuratie
en op basis van wat uw installatie- of onderhoudsbedrijf heeft geselecteerd
kunnen gestopte signaalgevers automatisch opnieuw worden gestart indien er
een andere alarmgebeurtenis wordt gedetecteerd.
Neem contact op met het installatie- of onderhoudsbedrijf om alle
configuratiegegevens van uw site te bevestigen.
Een eerder geconfigureerde vertraging voor signaalgevers, doormelding en
besturingsapparaat inschakelen of uitschakelen
Als u een eerdere geconfigureerde vertraging voor signaalgevers, doormelding
en besturingsapparaat wilt inschakelen, drukt u op de desbetreffende knop
Signaalgevers, Doormelding of Besturingsapparaat Vertraging. Druk de knop nog
een keer in om de vertraging uit te schakelen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van een eerdere
configuratie en de functionaliteit ervan kan per groep verschillen. Neem contact
op met het installatie- of onderhoudsbedrijf om alle configuratiegegevens van uw
site te bevestigen.
Bedieningshandleiding voor de 2X-F Series-brandmeldcentrale
19