Functies
Snelheidsinstellingen
Retourenergie/
Overspanningsbeveiliging
Versie 1.0 (12/2010) nl
Vertaling van de originele handleiding
ZoneControl
Productinformatie
•
De snelheid en draairichting van een RollerDrive EC310 (resp. EC300 met
adapterkabel) kan worden geregeld.
•
De signalen van twee sensoren (start- en zonesensor) kunnen worden
geanalyseerd.
•
Het aanvoeren van transportgoederen naar de startzone kan door een sensor
of een extern signaal worden gestuurd.
•
De transportlogica kan door externe regelsignalen (ZONE_START,
ZONE_STOP, ZONE_STATUS, CLEAR, DIR_RET) worden beïnvloed.
Daarmee kunnen verschillende functies worden gerealiseerd, zoals:
– Onderbrekingspunten/Personendoorgangen
– Instellend van een stop voor het transportgoed
– Leegmaken van de complete installatie resp. tegen de ingestelde
draairichting in
– Plaatsen/verwijderen van transportgoederen buiten de start- resp.
eindzone (bijv. in combinatie met een extern handlingsysteem)
•
De regelsignalen kunnen naar keuze in de PNP-modus of in de NPN-modus
worden verwerkt.
•
Generatorisch remmen: Tijdens het remmen werkt de motor van de
RollerDrive als generator en pompt energie terug naar de spanningstoevoer.
De DriveControl is uitgerust met een remchopperschakeling.
De snelheid van de RollerDrive kan met de ZoneControl op twee manieren
worden ingesteld:
•
intern met drie DIP-schakelaars in 8 stappen
•
extern traploos via de analoge ingang SPEED (wordt met voorrang behandeld
en maakt een fijnere instelling mogelijk)
De snelheidsinstelling wordt door de ZoneControl in een analoge stuurspanning
omgezet die door de RollerDrive als streefwaardestandaard wordt geanalyseerd.
Deze streefwaardestandaard is onafhankelijk van de transmissie van de
RollerDrive en de diameter ervan.
Instelling van de snelheid zie "Snelheidsinstelling", pagina 27.
Het acceleratie- en remgedrag van de RollerDrive wordt bepaald door het eigen
traagheidsmoment, de gebruikte transmissie, de transportsnelheid, het
traagheidsmoment van de aangesloten transportrollen, het gekozen
overbrengingsmedium en de getransporteerde massa.
Als de RollerDrive door de ZoneControl wordt gestopt of de snelheid abrupt wordt
gereduceerd, dan wordt de remenergie van het transportgoed in de motor
generatorisch omgezet in elektrische energie. Deze energie wordt teruggevoed
naar de ZoneControl. Daardoor stijgt de spanning in het DC-net. Deze wordt door
de ingebouwde remchopper beperkt tot een niet-kritische waarde (28 V). Als het
DC-net deze retourenergie kan opnemen, dan neemt de spanning niet
aanmerkelijk toe en wordt de energie teruggevoed. Daardoor komt de energie
beschikbaar voor andere verbruikers in het DC-net en wordt onder gunstige
omstandigheden energie bespaard.
9