Installatie
OPMERKING
Schade aan de installatie door verwisseling 12V- en CAN-BUS-aan-
sluiting.
De communicatiecircuits zijn niet geschikt voor een directe spanning van
12V.
▶ Waarborg dat de kabels op de bijbehorende connectoren op de print-
plaat zijn aangesloten.
Afb. 19 Kabelaansluitingen
[A] Communicatie met binnenunit
[B] Netaansluiting
CAN-BUS
CAN-BUS: niet aansluiten op "Out 12V DC" (12V DC uitgang) op de
hoofdprintkaart van de binnenunit.
Maximale kabellengte 30 m
Minimale diameter Ø = 0,75 mm
Buiten- en binnenunit zijn verbonden via een communicatiekabel, CAN-
BUS.
Als verlengkabel buiten de eenheid is een LIYCY-kabel (TP)
2
3 x 0,75 mm
(of gelijkwaardig) geschikt. Als alternatief kunnen voor
het buitengebruik toegelaten twisted-pair-kabels worden gebruikt. Een
van de afgeschermde uiteinden moet worden aangesloten op de dichtst-
bijzijnde aardklem in de binnenunitconstructie. Het andere uiteinde kan
niet worden aangesloten op de aarde of een metalen onderdeel van de
buitenunitconstructie.
De printplaten worden via drie aders aangesloten. De printplaten zijn
voorzien van markeringen voor de CAN-BUS-aansluitingen.
16
2
Voor aansluiten van de buitenunit:
1. Voorbereiden kabels voor aansluiten.
2. Verwijder de afdekkingen van de binnen- en buitenunits en open de
klemmen van de buitenunit.
3. Verwijder de kabelklemschroef en draai deze om.
4. Sluit de communicatiekabel tussen de buiten- en binnenunit aan
(afb. 19 [A]). De uiteinden van de communicatiekabel die worden
aangesloten op de binnenunit moeten worden afgeschermd.
5. Sluit één uiteinde van de voedingsspanning op de buitenunit aan
(afb. 19 [B]) en het andere uiteinde op de voedingsprintkaart.
6. Zet de kabels vast met de kabelhouders.
Can
Can
Can
GND
Low
High
A
Compress 3400i AWS – 6721825367 (2023/08)
N
L
B
0010036992-001