Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Status Ccm Off (Ccm Uit); A/V-Detectie; A/V-Detectiegeleiders - Impulse Dynamics OPTIMIZER Smart Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

9.2

De status CCM Off (CCM uit)

Onder bepaalde omstandigheden, die hieronder staan vermeld, is de OPTIMIZER
Smart IPG ingesteld op een speciale 'Off'-status (uit):
• Permanent Off (permanent uit): In deze status geeft de OPTIMIZER Smart IPG
geen CCM™-signalen af, hoewel hij cardiale voorvallen detecteert en classificeert.
Deze status kan alleen worden veranderd door de OMNI Smart Programmer-
applicatie te gebruiken om de OPTIMIZER Smart IPG onder toezicht van een arts
te herprogrammeren. De patiënt of de arts kan de OPTIMIZER Smart IPG in de
status Permanent Off (permanent uit) forceren door een magneet boven de
implantatieplaats van de OPTIMIZER Smart IPG te plaatsen en deze gedurende
ten minste twee hartcycli (2–3 seconden) dicht bij het apparaat te houden.
NB: Deze status Permanent Off (permanent uit) wordt in stand gehouden zelfs
nadat de magneet is verwijderd van de implantatieplaats.
• DOWN (UITGESCHAKELD): In deze status geeft de OPTIMIZER Smart IPG
geen CCM™-signalen af en detecteert hij mogelijk geen cardiale voorvallen.
Deze status kan uitsluitend worden omgekeerd door de OPTIMIZER Smart IPG
onder toezicht van een arts met de OMNI Smart Programmer-applicatie te
resetten. In het onwaarschijnlijke geval dat de logische circuits van het systeem
op inconsistente wijze werken, gaat de OPTIMIZER Smart IPG automatisch over
op de status 'DOWN' (UITGESCHAKELD).
9.3

A/V-detectie

Door middel van in het hart geïmplanteerde geleiders kan de OPTIMIZER Smart IPG
activiteit in de vorm van door het hart voortgebrachte elektrische signalen, bijvoorbeeld
elektrische depolarisatievoorvallen die zich tijdens de hartcyclus voordoen, waarnemen,
detecteren en analyseren. De controller en de signaalgeneratiecircuits van de
OPTIMIZER Smart IPG zijn geprogrammeerd om de door de elektroden en
detectiecircuits gedetecteerde signalen te ontvangen en, op basis van het gedetecteerde
signaal, hun eigenschappen (inclusief bijvoorbeeld de grootte en de timing) te analyseren,
en om te bepalen of de afgifte van het CCM™-signaal al dan niet moet worden getriggerd
en wanneer het CCM™-signaal moet worden afgegeven.
NB: De instellingen voor de atriale (A) parameters zijn alleen actief wanneer de
OPTIMIZER Smart IPG in de modus Active ODO-LS-CCM (actieve ODO-LS-CCM) staat.

9.3.1 A/V-detectiegeleiders

Voorvallen van het rechterhart worden via twee detectiegeleiders gedetecteerd:
• A-geleider: in het rechteratrium (A) gepositioneerde geleider
• V-geleider: in het rechterventrikel (V) gepositioneerde geleider
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ccm x10

Inhoudsopgave