1-1
VEILIGHEID
Deze apparatuur is niet bedoeld voor gebruik
door personen (inclusief kinderen) met beperkte
fysieke, sensorische of mentale capaciteiten,
of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij
hierbij gesuperviseerd worden of instructies
hebben ontvangen over het gebruik van de
apparatuur van iemand die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid.
Jan. 2016
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
De instructies in deze handleiding zijn opgesteld om te helpen bij
het leren van de juiste procedures voor deze apparatuur. Wanneer
de vermelde informatie van bijzonder belang is of verband houdt
met veiligheid, worden de woorden ATTENTIE, OPGEPAST of
WAARSCHUWING gebruikt. Het gebruik van deze termen wordt
hieronder beschreven.
Herlees het installatiehoofdstuk van uw bedieningshandleiding als
er zich een probleem voordoet bij de eerste ingebruikname van uw
apparaat.
Voordat u de probleemoplossing raadpleegt, herleest u beter eerst
het bedienings- hoofdstuk van de bedieningshandleiding.
Wanneer informatie zeer belangrijk is, of gerelateerd aan de
veiligheid, worden woorden als GEVAAR, WAARSCHUWING,
OPGELET of OPMERKING gebruikt. Deze woorden worden in de
volgende context gebruikt:
SYMBOOL VEILIGHEIDSALARM wordt gebruikt bij GEVAAR,
WAARSCHUWING of OPGELET, wat aangeeft dat er een risico
op persoonlijk letsel bestaat.
OPMERKING wordt gebruikt om zeer belangrijke informatie te
benadrukken.
Gebruik van OPGELET zonder alarmsymbool geeft een
potentieel risicovolle situatie aan die, indien deze niet vermeden
wordt, kan leiden tot beschadiging aan eigendommen.
Gebruik van OPGELET met het symbool voor veiligheidsalarm
geeft een potentieel risicovolle situatie aan die, indien deze niet
vermeden wordt, kan leiden tot licht of gematigd letsel.
WAARSCHUWING geeft een potentieel risicovolle situatie aan
die, indien deze niet vermeden wordt, kan leiden tot overlijden
of ernstig letsel.
GEVAAR GEEFT EEN ZEER RISICOVOLLE SITUATIE
AAN DIE, INDIEN DEZE NIET VERMEDEN WORDT, ZAL
LEIDEN TOT OVERLIJDEN OF ERNSTIG LETSEL.
2