Installatie
Inloop- en uitlooplengten
Installatie met inloop- en uitlooplengten
Om een onderdruk te voorkomen en aan het gespecificeerde nauwkeurigheidsniveau te
voldoen, moet het instrument waar mogelijk bovenstrooms worden geïnstalleerd van
armaturen die turbulentie veroorzaken (bijv. kleppen, T-stukken) en benedenstrooms van
pompen.
Waarborg rechte, ongehinderde inloop- en uitlooplengten.
5.1.2
Omgevings- en processpecificaties
Omgevingstemperatuurbereik
Voor meer informatie over het omgevingstemperatuurbereik, zie de
bedieningshandleiding van het instrument.
Bij buitenopstelling:
• Installeer het meetinstrument op een schaduwrijke plaats.
• Vermijd direct zonlicht, vooral in regio' s met een warm klimaat.
• Vermijd directe blootstelling aan de weersomstandigheden.
16
≥ 5 × DN
≥ 2 × DN
Proline Promag D
A0028997
A0042132
Endress+Hauser