nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
6.6.2 Voorbeeld: Hellingsinstellingen
De illustratie toont de hellingsinstellingen.
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
RA
RB
R1
R2
R3
R4
Voor meer informatie over de aanpassing van de hellingen, zie par. 6.5.3.
6.6.3 Voorbeeld: Effective Required Value / Werkelijke gewenste waarde
Pompen worden ingeschakeld in de Cascade modus:
1. De hoofdpomp bereikt P60 (snelheid geactiveerd).
2. De werkelijke waarde daalt naar de cut-in waarde van de 1
3. Een nieuwe gewenste waarde, P02 (Effective Required Value) wordt berekend na het starten.
Berekening van de werkelijke gewenste waarde in Cascadeserie (MSE):
K = aantal actieve pompen
Pr = pompprioriteit
P02 (werkelijke vereiste waarde) = P01 (vereiste waarde) + (K – 1) * P58 (werkelijke
waardetoename) – (Pr – 1) * P59 (werkelijke waardeafname)
Berekening van de werkelijke gewenste waarde in Cascade Synchroon (MSY):
K = aantal actieve pompen (K ≥ Pr)
P02 (werkelijke vereiste waarde) = P01 (vereiste waarde) + (K – 1) * (P58 – P59)
44
H [bar]
Beschrijving
P01 (Required Value)
P37 (aanpassingshysteresis) als een % van P36 (aanpassingsvenster)
P36 (aanpassingsvenster) als een % van P01 (vereiste waarde)
P35 (minimumsnelheid - duur)
P27 (minimumsnelheid)
→ Werkelijke opvoerhoogte
→ Werkelijke snelheid
→ P32 (acceleratiehelling bij opstarten)
→ P32 (vertragingshelling bij uitschakeling)
→ P28 (helling 1) - Snelle snelheidsverhoging van helling
→ P29 (helling 2) - Snelle snelheidsverlaging van helling
→ P30 (helling 3) - Trage snelheidsverhoging van helling
→ P31 (helling 4) - Trage snelheidsverlaging van helling
De 1
hulppomp schakelt automatisch in. (Cut-in waarde = P01 (Required Value) - P59
e
(Actual Value Decrease))
t [s]
hulppomp.
e