b7: Fijnafst. voor opt. belichting
Gebruik deze optie om de door de camera geselecteerde
belichtingswaarde fijn af te stellen. De belichting kan voor elke
lichtmeetmethode afzonderlijk worden fijnafgesteld met +1 tot
–1 LW in stappen van
D
Fijnafstelling belichting
De belichting kan voor elke geheugenbank voor persoonlijke instellingen
afzonderlijk worden fijnafgesteld en wordt niet beïnvloed door een reset
met twee knoppen. Als het pictogram voor belichtingscorrectie (E) niet
wordt weergegeven, kan de hoeveelheid aangepaste belichting alleen
worden bepaald door de hoeveelheid te bekijken in het menu voor
fijnafstelling. Belichtingscorrectie (0 130) heeft in de meeste situaties de
voorkeur.
318
G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen
1
/
LW.
6