Probleem
Oorzaak
De naald is beschadigd.
•
De naald is niet correct ingezet.
•
Verkeerde naalddikte voor de stof.
•
Verkeerde naaivoet bevestigd.
•
•
De naaldbevestigingsschroef zit los.
•
De bevestigde naaivoet is niet geschikt
voor de steek.
De bovendraadspanning is te hoog.
•
De machine is niet correct ingeregen.
•
De spoelhuls is niet correct ingeregen.
•
•
Naald/stof/garen combinatie is niet cor-
rect.
Verkeerde draadspanning.
•
De naald is te dik voor de stof.
•
De steeklengte is niet overeenkomstig
•
aangepast.
•
De draadspanning is te hoog.
Oplossing
Zet een nieuwe naald in.
–
Zet de naald correct in (platte kant
–
naar achteren).
De naald en de stof moeten op elkaar
–
afgestemd zijn.
Bevestig de juiste naaivoet.
–
–
Draai de schroef met een schroeven-
draaier vast.
–
Bevestig de aanbevolen naaivoet.
Verminder de bovendraadspanning.
–
Controleer het inrijgverloop.
–
Rijg de spoelhuls zoals afgebeeld in.
–
–
De naalddikte moet met de stof en het
garen overeenstemmen.
Pas de draadspanning aan.
–
Zet een dunnere naald in.
–
Stel de juiste steeklengte in.
–
–
Reduceer de draadspanning.
Storingen opheffen
Blz.
15
15
19/20
21
15
21
16
12
11
19/20
16
19/20
29
16
89