VERWISSELEN VAN EEN WIEL
Draai de wielbouten geheel los en neem het
wiel van de naaf. Gebruik voor auto's met
aluminium velgen, de boutgeleider uit het
gereedschap voor het loszetten van het laat-
ste stuk en het vastzetten van het eerste
stuk van de wielbouten. Voor meer informa-
tie over dit gereedschap, raadpleeg de para-
graaf "Gereedschap" in hoofdstuk 5.
Plaats het reservewiel op de naaf en draai
het wiel rond tot de gaten voor de wielbouten
samenvallen.
Monteer de bouten, draai ze vast en laat de
krik zakken.
Als het reservewiel eigen bouten heeft, mag
u deze bouten uitsluitend gebruiken voor het
reservewiel.
Controleer of het wiel goed tegen de naaf is
gedrukt, zet de bouten vast en laat de krik
zakken.
Zodra de wielen weer op de grond rusten,
zet u de moeren stevig vast, laat het vast-
zetten zo snel mogelijk controleren (aantrek-
koppel 110 N.m).
(2/2)
Antidiefstalbouten
Als u antidiefstalbouten gebruikt, moet
u deze bouten zo dicht mogelijk bij het
ventiel plaatsen (risico dat de wieldop
niet gemonteerd kan worden).
Als u merkt dat een band lek is
moet u direct stoppen en het
reservewiel monteren.
Een lekke band moet zo snel
mogelijk worden gerepareerd en vóór
terugplaatsing door een deskundige
worden onderzocht.
5.5