Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
mol/
kW
°dH
m³
2)
< 50
2)
≤ 3
≤ 16,8
≤ 11,2
≤ 2
> 50 tot
≤ 200
≤ 8,4
≤ 1,5
> 200 tot
≤ 600
> 600
< 0,3
< 0,05
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
2) Geen beperkingen
3) ≤ 3 (16,8)
Opgelet!
Aluminiumcorrosie en hieruit volgende
lekkages door ongeschikt verwarmings-
water!
Anders als b.v. bij staal, gietijzer of koper re-
ageert aluminium op gealkaliseerd verwar-
mingswater (pH-waarde > 9,0) met aanzien-
lijke corrosie.
▶
Zorg er bij aluminium ervoor, dat de pH-
waarde van het verwarmingswater tussen
8,2 en maximaal 9,0 ligt.
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
▶
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
▶
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen
(aansluitend uitspoelen vereist)
–
Sentinel X 300
–
Sentinel X 400
–
Sentinel X 800
Additieven die permanent in de installatie blijven
–
Sentinel X 100
12
> 20 l/kW
> 40 l/kW
≤ 40 l/kW
mol/
°dH
°dH
mol/m³
m³
< 0,3
< 0,05
3)
3)
≤ 8,4
≤ 1,5
≤ 5,6
≤ 1,0
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
< 0,3
< 0,05
–
Sentinel X 200
1)
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
–
Sentinel X 500
–
Sentinel R 600
▶
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen als u
bovengenoemde additieven heeft gebruikt.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.
5.1.3
CV-waterleidingen aansluiten
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door resten
in de leidingen!
Lasresten, afdichtingsresten, vuil of andere
resten in de leidingen kunnen het product
beschadigen.
▶
Spoel de CV-installatie grondig door voor
u het product installeert.
1
2
250 l/h
1.
Houd er bij de keuze van de leidingen (diameter en
lengte) rekening mee dat het product van minstens
250 l/h CV-water moet worden voorzien (zie onder, →
diagram over het drukverlies).
2.
Verbind het product volgens het hierboven afgebeelde
schema met het CV-circuit van de CV-installatie:
3.
Installeer een 2-weg-omschakelklep (1), die het pro-
duct binnen 30 seconden na het inschakelen van het
product van 250 l/h CV-water kan voorzien.
4.
Installeer een instelventiel (2).
5.
Installeer de hydraulische omleidingsmodule (3) zo-
danig dat de op de geïntegreerde terugslagklep afge-
beelde pijl in stroomrichting wijst.
6.
Wanneer de CV-watertemperatuur hoger is dan 50 °C
(bijv. in CV-circuits met radiatoren), dan installeert u
lokaal een thermostatische mengmodule met bypass
((4), toebehoren).
7.
Installeer een filter (5) vóór de CV-waterinlaat (IN) van
het product.
8.
Verbind de CV-wateruitlaat van het product (OUT) met
de hydraulische omleidingsmodule.
9.
Verbind de hydraulische omleidingsmodule met de CV-
waterretour van de CV-installatie.
10.
Open de beide afsluitkranen van de hydraulische om-
leidingsmodule.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020332411_00
3
4
5
IN
OUT