5.1.2.1
Regelmatige lasopdrachten (JOB 1-100)
Om regelmatige of afwijkende lasopdrachten permanent op te slaan, beschikt de gebruiker over 100 extra
opslagplaatsen. Selecteer hiervoor de gewenste opslagplaats (JOB 1-100) en de zoals eerder
beschreven ingestelde lasopdracht.
Een uitzondering zijn de drie draaiknoppen voor wisselstroomfrequentie, wisselstroombalance en
wolfraamelektrodediameter. Deze instellingen worden in het functieverloop (gelijknamige signaallampjes)
uitgevoerd.
Men kan uitsluitend van JOB omschakelen als er géén lasstroom stroomt. De up-slope- en down-slope-
tijden kunnen voor 2-takt en 4-takt afzonderlijk worden ingesteld.
Selecteren
Bij de selectie van een lasopdracht of een regelmatige lasopdracht licht het signaallampje JOB op.
5.1.3
Ontsteking vlamboog
Het ontstekingstype kan in het expertmenu met parameter
) worden geschakeld > zie hoofdstuk 5.1.11.
5.1.3.1
HF-ontsteking
De lichtboog wordt contactloos met hoogspannings-ontstekingspulsen gestart:
a) de lastoorts in laspositie over het werkstuk plaatsen (afstand tussen de punt van de elektrode en het
werkstuk ca. 2-3 mm).
b) de toortstoetsen bedienen (hoogspanning-ontstekingsimpulsen starten de vlamboog).
c) de startstroom vloeit, in functie van de gekozen bedrijfsmodus gaat het lassen door.
Lassen beëindigen: toortstoetsen loslaten of indrukken en loslaten in functie van de gekozen
bedrijfsmodus.
5.1.3.2
Liftarc
De boog wordt door contact met het werkstuk gestart.
a) Plaats de gaskop van de toorts en de punt van de Wolfram-elektrode voorzichtig op het werkstuk en
druk de toortsknop in (liftarc-stroom vloeit, onafhankelijk van de ingestelde hoofdstroom),
099-00T401-EW505
21.06.2018
Beschrijving van de werking
Afbeelding 5-2
tussen HF-ontsteking (
Afbeelding 5-3
Afbeelding 5-4
TIG-lassen
) en Liftarc (
17