Als u nieuwe sleutels voor het draadloze netwerk en het SSID voor een netwerk ontvangt, en als u
eerder al een verbinding met dat netwerk tot stand heeft gebracht, gaat u als volgt te werk om verbinding
met het netwerk te maken:
1.
Selecteer Start > Configuratiescherm > Netwerk en internet > Netwerkcentrum.
2.
Klik in het linkerdeelvenster op Draadloze netwerken beheren.
Er wordt een lijst weergegeven met de beschikbare WLAN's. Als u zich op een hotspot bevindt
waar meerdere WLAN's actief zijn, worden meerdere WLAN's weergegeven.
3.
Klik met de rechtermuisknop op het netwerk en klik vervolgens op Eigenschappen.
OPMERKING:
netwerkbeheerder om te controleren of de router of het toegangspunt wel actief is.
4.
Klik op het tabblad Beveiliging en geef de juiste draadloze coderingsgegevens op in het vak
Netwerkbeveiligingssleutel.
5.
Klik op OK om deze instellingen op te slaan.
WLAN-verbinding is zeer zwak
Als het netwerk erg zwak is of als de computer geen verbinding met een WLAN kan maken, gaat u als
volgt te werk om te zorgen voor minder interferentie van andere apparaten:
●
Plaats de computer dichter bij de draadloze router of het toegangspunt.
●
Schakel apparaten zoals magnetrons en draadloze en mobiele telefoons tijdelijk uit, om ervoor te
zorgen dat andere draadloze apparaten niet storen.
Kan geen verbinding maken met de draadloze router
Als uw pogingen om verbinding te maken met de draadloze router niet lukken, stelt u de draadloze router
opnieuw in door gedurende 10 tot 15 seconden de stroom uit te schakelen.
Als de computer nog geen verbinding maakt met het draadloze netwerk, start u de draadloze router
opnieuw op. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de router voor meer informatie.
Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN)
Als u verbinding wilt maken met een lokaal netwerk (LAN), heeft u een 8-pins RJ-45-netwerkkabel nodig
(niet meegeleverd). Als de netwerkkabel is voorzien van een ruisonderdrukkingscircuit (1), waarmee
storing door tv- en radiosignalen wordt voorkomen, sluit u het kabeleinde met het
ruisonderdrukkingscircuit (2) aan op het apparaat.
U sluit de netwerkkabel als volgt aan:
Als het gewenste netwerk niet wordt weergegeven, raadpleegt u de
Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN)
23