Elektrische aansluiting, stuurkabels
Aanhaalkoppels, stuurkabels
Stuurkabels moeten worden aangesloten met een
aanhaalmoment van 0,22 -0,25 Nm.
Elektrische installatie, aansluitklemmen
voor stuurstroom
Zie Aarding van afgeschermde/gewapende
stuurkabels in de Design Guide voor de juiste
afsluiting van stuurkabels.
MG.28.A9.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 2800
Stuurkabels moeten worden afgeschermd/gewapend.
De afscherming moet met behulp van een klem op
het chassis van de frequentie-omvormer worden
aangesloten. In de regel moet de afscherming ook op
het chassis van de stuureenheid worden aangesloten
(volg de aanwijzingen voor de desbetreffende eenheid).
Bij zeer lange stuurkabels en analoge signalen kunnen
in zeldzame gevallen, afhankelijk van de installatie,
aardlussen van 50/60 Hz voorkomen als gevolg van ruis
die door de netvoedingskabels wordt doorgegeven.
Bij een dergelijke aansluiting kan het nodig zijn de
afscherming te doorbreken en een condensator van
100 nF tussen de afscherming en het chassis te voegen.
Nr.
Functie
01-03
De relaisuitgangen 01-03 kunnen worden gebruikt om
de status aan te geven en voor alarmen/waarschuwingen.
12
24 V DC-voedingsspanning.
18-33
Digitale ingangen.
20, 55
Gemeenschappelijk frame voor ingangs-
en uitgangsklemmen.
42
Analoge uitgang voor de weergave van frequentie,
referentie, stroom of koppel.
1
46
Digitale uitgang voor het weergeven van de status,
waarschuwingen of alarmen en
frequentie-uitgang.
50
+10 V DC voedings-
spanning voor potentiometer of thermistor.
53
Analoge spanningsingang 0-10 V DC.
60
Analoge stroomingang 0/4-20 mA.
1
67
+5 V DC voedingsspanning
voor Profibus.
1
68, 69
RS 485, Seriële communicatie.
1
70
Frame voor klemmen 67, 68 en 69.
Gewoonlijk wordt deze klem niet gebruikt.
69