PaRKEERHULP
(3/3)
Instellen van het geluidsvolume
van de parkeerhulp
Selecteer in het menu voor het personalise-
ren van de instellingen van de auto (raad-
pleeg de paragraaf "menu voor het perso-
naliseren van de instellingen van de auto" in
hoofdstuk 1) de regel "Parkeerhulp: volume"
om het geluidsvolume van de parkeerhulp in
te stellen en bevestig dit door te drukken op
en van de toetsen 2 of 3.
2.32
tijdelijke uitschakeling van het
systeem
(Afhankelijk van de auto)
2
Druk op de schakelaar 1 om het systeem uit
te schakelen.
De boodschap "Parkeerhulp uit" wordt aan-
gegeven om u er aan te herinneren dat het
systeem uitgeschakeld is.
Bij opnieuw indrukken schakelt het systeem
weer in en dooft het lampje.
Het systeem wordt automatisch weer in-
geschakeld bij elke onderbreking van de
3
motor.
Permanente uitschakeling van
het systeem
U kun de parkeerhulp voor of achter onaf-
hankelijk van elkaar permanent uitschake-
len.
Vanuit het menu voor het personaliseren
van de instellingen van de auto, (raadpleeg
de paragraaf "Menu voor het personaliseren
van de auto", in hoofdstuk 1), kiest u de regel
"Parkeerhulp voor" of "Parkeerhulp achter",
schakel daarna het systeem in of uit:
<
functie uitgeschakeld;
=
functie ingeschakeld.
Bijzonderheden
Zorg ervoor dat de ultrasoondetectors niet
bedekt zijn (vuil, modder, sneeuw, enz.).
Bij een storing
Als het systeem een storing ontdekt, klinkt
gedurende ongeveer 5 secondes een
geluidssignaal om u te waarschuwen.
Raadpleeg een merkdealer.
Als de auto met een snelheid van minder
dan ongeveer 10 km/u rijdt, kunnen som-
mige geluidsbronnen (motorfiets, vracht-
wagen, drilboor, enz.) waarschuwings-
signalen opwekken.