Toepassingen van het differentieel
transport
Raadpleeg pagina 26-27, Differentieel transport.
Het differentieel transport is ontworpen om trekken en golven
te beperken. Het werkt ook heel goed bij rimpelen.
1. Trekken
Trekken komt vaak voor op geweven of transparante stoffen.
Om trekvrije naden te verkrijgen, zet u de bedieningsknop voor
het differentieel transport op minder dan 1.
Trek- en golfvrije naden
2. Golven
Golven komt meestal voor op gebreide of rekbare stoffen.
Om golfvrije naden te krijgen, stelt u de bedieningsknop voor
het differentieel transport in op meer dan 1.
3. Rimpelen
Het differentieel transport maakt het rimpelen van dunne stof-
fen eenvoudiger. Gebruik het voor tailles, mouwkoppen, mou-
Trekken
wonderkanten en ruches, enz.
Stel de bedieningsknop voor het differentieel transport in tus-
sen 1.5 en 2 om het beste rimpeleffect te verkrijgen voor wat u
nodig heeft.
Het kan ook nuttig zijn om de spanning op de naalddraad (-dra-
den)te verhogen en de steeklengte-instelling te verlengen.
Belangrijk
De exacte aanpassing hangt af van de dikte en de elasticiteit van
Golven
de stof. Ook de steeklengte kan de instelling beïnvloeden. Hoe
langer de steken, hoe meer de stof wordt samengetrokken.
Voer altijd eerst een test uit met een stukje van de stoffen die u
echt gaat gebruiken om de beste instellingen te vinden.
Rimpelen
UW MACHINE LEREN KENNEN – 31