Instellingen infuuspomp
LAN On-Off (LAN aan/uit): deze parameter moet worden ingesteld als de
bekabelde netwerkmodus is geselecteerd.
Station comm. Set (communicatie-instellingen werkstation): de parameters op
dit
scherm
(inclusief
(internetinstellingen), en LAN On-Off (LAN aan/uit)) moeten worden ingesteld
als de infuuspomp in het infuuswerkstation wordt geplaatst en Station WLAN
(WLAN werkstation) of Station LAN (LAN werkstation) is geselecteerd. Na het
instellen van de parameters worden de instellingen op alle pompen die op het
infuuswerkstation zijn aangesloten synchroon gewijzigd.
WIFI Set (wifi-instellingen): de parameters op dit scherm moeten worden
ingesteld wanneer de draadloze netwerkmodus is geselecteerd. Hiermee kunt
u het draadloze netwerk opgeven waarop zowel het infuuswerkstation als het
centrale bewakingssysteem van de infusie zijn aangesloten. Er moeten drie
parameters worden ingesteld: WIFI On-Off (wifi aan/uit), AP name (naam
access point, toegangspunt) en Password (wachtwoord).
Internet Set (internetinstellingen): de parameters op dit scherm moeten
worden ingesteld, ongeacht of de draadloze of bekabelde netwerkmodus is
geselecteerd. Hiermee kunt u de netwerkinformatie van het centrale
bewakingssysteem van de infusie opgeven. Nadat de DHCP-functie is
ingeschakeld, maakt de infuuspomp automatisch verbinding met het netwerk.
Nadat de DHCP-functie is uitgeschakeld, moet u de volgende parameters
instellen voor een handmatige verbinding met het netwerk: IP, Mask
(masker), Gateway (toegangspoort), Server IP (IP van de server) en Server
Port (poort van de server).
LAN On-Off (LAN aan/uit): deze parameter moet worden ingesteld als de
bekabelde netwerkmodus is geselecteerd.
USB Set (USB-instellingen): wordt gebruikt voor de selectie van het
communicatieobject: infuuswerkstation of barcodescanner. Als de infuuspomp in
WIFI
set
(wifi-instellingen),
58 / 101
Internet
Set