Uw Edge Gateway installeren
GEVAAR: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de
lezen die bij het systeem zijn geleverd. .
Informatie over veiligheid en regelgeving
GEVAAR: De Edge Gateway moet worden geïnstalleerd door erkende en deskundige personen die bekend zijn met lokale en/of
internationale elektrische codes en voorschriften.
GEVAAR: De Edge Gateway is niet geschikt voor gebruik in vochtige omgevingen. Als de Edge Gateway wordt geïnstalleerd in een
vochtige omgeving, moet deze, afhankelijk van de locatie en het milieu, worden geïnstalleerd in een paneeldoos of behuizing met
een Ingress Protection (IP)-classificering van IP54, IP65 of hoger.
GEVAAR: Om het risico op elektrische schokken te voorkomen, moet de stroomtoevoer naar aansluitingen voor DC+ en DC- worden
geleverd door een voedingsbron of transformator/gelijkrichtercircuit met dubbele isolatie. De voeding of voedingscircuitbron moet
voldoen aan de plaatselijke geldende voorschriften en regelgeving; bijvoorbeeld in de VS geldt NEC-klasse 2 (SELV/beperkt
energiecircuit of LPS-circuit). Als de Edge Gateway wordt gevoed door een batterij, is dubbele isolatie niet vereist.
GEVAAR: Als u de Edge Gateway installeert, gebruikt de verantwoordelijke partij of integrator de voedingsbron 12-57 VDC of de
Power over Ethernet (PoE)-voedingsbron 37-57 VDC, met een minimum van 13 W voeding die al aanwezig is als onderdeel van de
installatie van de client.
GEVAAR: Zorg ervoor dat de stroombron die stroom levert aan de Edge Gateway goed is geaard en zo is gefilterd dat de peak-to-
peak-ripplecomponent minder is dan 10 procent van het invoervoltage van de gelijkstroom.
GEVAAR: Gebruik bij het installeren van de Edge Gateway 3001 en 3002 een kabel die geschikt is voor de stroombelasting: minimaal
een 3-aderige kabel van 5 A bij 90 °C (194 °F) die voldoet aan norm IEC 60227 of aan norm IEC 60245. Het systeem accepteert kabels
van 0,8 mm tot 2 mm. De maximale bedrijfstemperatuur van de Edge Gateway is 70 ⁰C (158°F). Overschrijd deze maximale
temperatuur niet tijdens de bediening van de Edge Gateway in een behuizing. Interne verwarming van de Edge Gateway-elektronica,
andere elektronica en onvoldoende ventilatie binnen een behuizing, kan ertoe leiden dat de bedrijfstemperatuur van de Edge
Gateway hoger is dan de buitentemperatuur. Continue werking van de Edge Gateway bij temperaturen hoger dan 70 ⁰C (158°F) kan
leiden tot een verhoogd uitvalspercentage en een kortere levensduur van het product. Zorg ervoor dat de maximale
bedrijfstemperatuur van de Edge Gateway in een behuizing maximaal 70 ⁰C (158°F) is.
GEVAAR: Zorg er altijd voor dat de beschikbare stroombron overeenkomt met het vereiste ingangsvermogen van de Edge Gateway
Controleer de markeringen voor het ingangsvermogen naast de stroomconnector(s) voordat u verbindingen maakt. De voedingsbron
van 12-57 VDC (1,08-0,23 A) of de PoE-voedingsbron moet compatibel zijn met de plaatselijk geldende voorschriften en regels.
GEVAAR: Om ervoor te zorgen dat de bescherming door de Dell Edge Gateway niet wordt aangetast, gebruikt of installeert u het
systeem niet op een andere manier dan gespecificeerd in deze handleiding.
GEVAAR: Als er een batterij is meegeleverd als onderdeel van het systeem of netwerk, moet de batterij worden geïnstalleerd met de
geschikte behuizing in overeenstemming met de lokale voorschriften en regelgeving rond brand en elektriciteit.
GEVAAR: Het systeem is bedoeld voor installatie in een geschikte industriële behuizing (die bescherming biedt tegen gevaren op het
gebied van elektriciteit, mechanica en brand).
GEVAAR: De kernmodule kan alleen tegen de muur worden gemonteerd (zonder dat er een bijkomende behuizing nodig is).
instructies voor de veiligheid en regelgeving
3
te
13