Opstarten na de winter
1.
De hoofdschakelaar moet open staan. Controleer of alle elektrische aansluitingen, kabels, klemmen en schroeven
goed zijn vastgemaakt om voor een goed elektrisch contact te zorgen.
Controleer of de voedingsspanning naar de machine binnen ± 10% van de nominale spanning op het typeplaatje ligt
2.
en de spanningsbalans tussen fasen binnen ± 3%.
3.
Contoleer of alle besturingen in goede staat zijn en nog werken en of de thermische belasting volstaat om op te
starten.
4.
Controleer of alle aansluitkleppen goed zijn vastgemaakt en of er geen koelmiddellekken voorkomen. Breng de
kleppendeksels altijd weer aan.
5.
Controleer of de schakelaars Q0, Q1, Q2 en Q12 op open staan (Off). Zet de hoofdschakelaar Q10 op On zodat de
elektrische weerstanden van de compressoren kunnen worden ingeschakeld. Wacht minstens 12 uur zodat de
weerstanden de olie kunnen opwarmen.
6.
Open alle aanzuig-, pers-, vloeistof- en vloeistofinspuitkleppen. Breng de kleppendeksels altijd weer aan.
7.
Open de waterkleppen om het systeem te vullen en ontlucht de verdamper met de ontluchtingsklep op het
verdamperhuis. Controleer de leiding op waterlekken.
Onderhoud van het systeem
Alle routine en speciale onderhoudswerkzaamheden aan de machine mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
bevoegd personeel dat vertrouwd is met de kenmerken van de machine, de bedienings- en onderhoudsprocedures, en
op de hoogte is van de veiligheidsvereisten en de betrokken risico' s.
De oorzaken van herhaald uitschakelen door een veiligheid moeten worden onderzocht en gecorrigeerd.
Het alarm gewoon resetten en dan de unit weer opstarten kan de apparatuur zwaar beschadigen.
Het systeem moet gevuld zijn met de juiste hoeveelheid koelmiddel en olie voor een optimale werking van de machine
en voor het milieu. Verwijderen van olie en koelmiddel moet gebeuren conform met de heersende wetgeving.
Algemeen
Naast de controles van het programma voor routine-onderhoud, laat u best ook periodieke inspecties uitvoeren door
bevoegd personeel:
4 inspecties per jaar (1 keer om de 3 maanden) voor units die ongeveer 365 dagen per jaar draaien;
2 inspecties per jaar (1 keer bij het opstarten na de winter en een tweede inspectie in het midden van het seizoen) voor
units die ongeveer 180 dagen per jaar in één seizoen draaien.
Vergeet ook niet om de routinecontroles uit te voeren bij het opstarten voor de eerste keer en af en toe ook tijdens de
werking. Deze controles omvatten o.a. een controle van de aanzuig- en condensatiedruk en een visuele inspectie van
het kijkglas op de vloeistoflijn. Controleer met de microprocessor of de machine binnen de normale waarden voor
oververhitting en onderkoelen werkt. Op het einde van dit hoofdstuk vindt u een aanbevolen programma voor routine-
onderhoud en aan het einde van deze handleiding staat een formulier waarop u de werkingsgegevens kunt invullen.
Noteer best de bedrijfsparameters van de machine op wekelijkse basis. De technici zullen deze gegevens goed kunnen
gebruiken ingeval van een probleem waarvoor u technische bijstand vraagt.
D – 507 C – 07/02 B – NL pag 72/84
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
BELANGRIJK