MatrixPRO II hex spantang
Gebruiksaanwijzing
Let op:
De MatrixPRO II Hex spantang mag niet worden gebruikt met een ander apparaat dan de MatrixPRO II‐driver (05.000.030). Gebruik van de
MatrixPRO II Hex spantang met elk ander systeem of apparaat dan de MatrixPRO II‐driver kan leiden tot schade en onjuiste prestaties.
Gebruik de MatrixPro II‐driver niet tenzij deze volledig is aangesloten op de MatrixPRO II Hex spantang.
Raadpleeg gebruiksaanwijzing 9769 voor de volledige bedieningsinstructie voor de MatrixPRO II‐driver (05.000.030).
INSTRUCTIES VOOR REINIGING EN STERILISATIE:
Voorzorgsmaatregelen:
Gebruik geen schuurmiddelen op de MatrixPRO II Hex spantang.
Dompel de MatrixPRO II Hex spantang niet onder in enige vloeistof.
Reinig de MatrixPRO II Hex spantangen niet op ultrasone wijze.
Het niet naleven van de juiste richtlijnen voor infectiebeheersing kan leiden tot infectie door de patiënt of de gebruiker.
Reinig de MatrixPRO II Hex spantangen binnen de richtlijnen beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Het apparaat is niet ontworpen of
getest voor reiniging met een andere methode, daarom kan succesvolle reiniging niet worden gegarandeerd met een dergelijke verwerking
en kan het apparaat beschadigen, een correcte desinfectie voorkomen en de garantie ongeldig maken.
De MatrixPRO II Hex spantang (03.000.500) moeten na elk gebruik door de patiënt worden gereinigd en gesteriliseerd volgens de volgende
richtlijnen:
Zorg ervoor dat het schroevendraaierblad of de boorbit uit het apparaat is verwijderd.
Het apparaat moet binnen 30 minuten na gebruik worden gereinigd, bij voorkeur onmiddellijk na gebruik, om het drogen en aankoeken
van debris op het apparaat tot een minimum te beperken.
Spoel het apparaat af met warm gedistilleerd of warm zacht kraanwater. Schrob het apparaat voorzichtig in meerdere richtingen met een
schone, zachte nylonborstel of een schone, zachte, pluisvrije doek totdat al het zichtbare vuil is verwijderd.
Voltooi de apparaatreiniging volgens de handmatige reinigingsmethode of de mechanische reinigingsmethode zoals hieronder beschreven.
Handmatige reinigingsmethode:
Reinig het apparaat met een enzymatisch reinigingsmiddel, zoals Enzol, met een neutrale pH (7,0 tot 9,0). Schrob het gehele
buitenoppervlak van het apparaat voorzichtig in meerdere richtingen gedurende minimaal 3 minuten met een schone, zachte nylonborstel.
Besteed met name aandacht aan naden en gebieden waar debris zichtbaar is. Wasmiddel kan worden aangebracht met een plunjerspuit
om sterk vervuilde gebieden door te spoelen.
Spoel het apparaat grondig af met warm gedeïoniseerd (DI) of gezuiverd (PURW) water gedurende minimaal 2 minuten. Inspecteer visueel
op vuil en herhaal de schrobstap totdat alle zichtbare vuil is verwijderd.
Droog het apparaat met een schone, zachte, pluisvrije doek of gefilterde perslucht.
Mechanische reinigingsmethode:
Mechanische reiniging moet worden uitgevoerd met de MatrixPRO II Hex spantang in de MatrixPRO II grafische houder (60.000.015).
Voordat u de spantangen in de MatrixPRO II grafische behuizing plaatst voor mechanische reiniging:Bereid een reinigingsoplossing voor
met een reinigingsmiddel, b.v. Enzol, op aanbeveling van de fabrikant.
Borstel met een borstel die is bevochtigd met de bereide reinigingsoplossing het volledige buitenoppervlak van elke spantang gedurende
3 minuten, in meerdere richtingen.
Spoel de sterk vervuilde gebieden met een spuit gevuld met het bereide wasmiddel.
Spoel de spantang grondig gedurende 2 minuten onder stromend gedeïoniseerd (RO/DI) water met omgekeerde osmose.
Inspecteer het apparaat visueel op zichtbaar vuil. Als u zichtbare vuil ziet, herhaalt u de poetsstap met een reinigingsmiddel totdat het
zichtbare vuil is verwijderd.
Plaats de spantang terug in de houder en plaats de houder met deksel in de wasser‐desinfecteerder.
Een neutralisatiecyclus kan naar behoefte worden uitgevoerd na de wascyclus/‐cycli
Cyclus
Tijd (minuten)
Vullen en
voorwassen 1
Voorwas 2
Wassen
Afspoelen
Laatste spoeling
P/N 9771_NL Rev. E
Water/temperatuur
3
Koud leidingwater, 21 °C ‐ 32 °C (70 °F ‐ 90 °F)
5
Warm leidingwater, 45 °C ‐ 46 °C (113 °F ‐ 115 °F)
10
Warm leidingwater, 66 °C ‐ 72 °C (151 °F ‐ 162 °F)
1
Gedeïoniseerd water, 50 °C ‐ 55 °C (122 °F ‐ 131 °F)
10
Gedeïoniseerd water, 92 °C ‐ 94 °C (198 °F ‐ 201 °F)
Tec Wash III of gelijkwaardig (pH 7,0 ‐ 9,0)
Tec Wash III gelijkwaardig (pH 7,0 ‐ 9,0)
Opmerkingen
‐
‐
‐
2