Gebruikershandleiding
Opmerking: Verwijder een AutoPulse-Li-ion- of een AutoPulse-NiMH-batterij pas uit de lader voor
batterijen met verschillende chemische samenstellingen nadat het opladen is voltooid. Als
u dat niet doet, vermindert de gebruiksduur van de batterij.
Opmerking: Verwijder een AutoPulse-Li-ion- of een AutoPulse-NiMH-batterij niet tijdens een
testcyclus, omdat anders de gebruiksduur van de batterij onbekend is. Als een batterij
wordt verwijderd tijdens een testcyclus, bestaat de kans dat de batterijlader automatisch
een testcyclus start de volgende keer dat een er batterij in wordt geplaatst.
5.
Als u een batterij wilt verwijderen uit de lader voor batterijen met verschillende chemische
samenstellingen, pakt u de batterij vast terwijl u de vingerklem naar buiten trekt (Li-ion-batterij) of
de vingerklem naar boven drukt (NiMH-batterij) zodat de vergrendeling wordt uitgeschakeld. Trek
de batterij recht naar buiten totdat deze volledig uit het oplaadvak is verwijderd.
Opmerking: Pas opgeladen batterijen kunnen warm aanvoelen. Dit is normaal.
4.2
Het AutoPulse-platform reinigen
1.
Verwijder de LifeBand en voer deze af.
2.
Veeg alle oppervlakken van het AutoPulse-platform af met een desinfecterend of bacteriedodend
middel om alle vuil te verwijderen. Controleer of de ventilatieopeningen niet zijn geblokkeerd door
vreemde materie.
Voorzichtig: Dompel de AutoPulse niet onder in vloeistof.
Voorzichtig: Plaats het AutoPulse-platform, de LifeBand of het AutoPulse-voedingssysteem niet
in een autoclaaf.
3.
Zorg ervoor dat de AutoPulse droog is voordat u deze opbergt.
4.3
Het AutoPulse-platform opbergen
1.
De AutoPulse moet worden uitgeschakeld voordat u deze opbergt.
Opmerking: De AutoPulse wordt automatisch uitgeschakeld als er 10 minuten lang geen
activiteiten hebben plaatsgevonden.
2.
De AutoPulse moet in een draagtas, hygiënische verpakking of transportmiddel worden geplaatst
wanneer u deze opbergt. Neem voor het aanschaffen van een draagtas, hygiënische verpakking of
transportmiddel contact op met uw ZOLL-vertegenwoordiger (+1.978.421.9655).
3.
De AutoPulse moet worden bewaard op een koele, droge plek.
4.
Zowel de Li-ionbatterij als de NiMH-batterij moeten in de lader voor batterijen met verschillende
chemische samenstellingen worden bewaard, tenzij deze in een AutoPulse worden gebruikt.
P/N 12555-004 Rev. 1
Pagina 4-3