3.
Raak de knop
4.
Wacht tot het apparaat is gekalibreerd en probeer vervolgens opnieuw te kopiëren.
Papierinstellingen controleren
Controleer de papierinstellingen als gekopieerde pagina's vlekken bevatten of onscherp of donker zijn
afgedrukt, als het papier is gekruld, als het papier tonerstippen vertoont of als de toner helemaal is
weggevallen.
De papiersoort en het configuratietype controleren
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop
2.
Raak de regel aan voor de lade die u wilt configureren, en raak vervolgens de knop
aan.
3.
Selecteer het papierformaat en de papiersoort in de lijst met opties.
4.
Raak de knop
De lade selecteren voor het maken van kopieën
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop
2.
Raak de knop
3.
Selecteer de lade met het papier dat u wilt gebruiken en raak vervolgens de knop
De instellingen voor beeldaanpassing controleren
Pas deze aanvullende instellingen aan om de kopieerkwaliteit te verbeteren.
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop
2.
Raak de knop
3.
Verplaats de schuifknoppen om de niveaus voor Donkerheid, Contrast,
opruimen
4.
Raak de knop Start
Kopieerkwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen
Optimaliseer de kopieertaak voor het type afbeelding dat u wilt scannen: tekst, afbeeldingen of foto's.
1.
Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop
2.
Raak de knop
3.
Selecteer een van de vooraf gedefinieerde opties of raak de knop
verplaats de schuifknop in het gedeelte
4.
Raak de knop Start
NLWW
Volgende
aan om het kalibratieproces te starten.
OK
aan om uw selectie op te slaan.
Papierselectie
aan.
Afbeelding aanpassen
aan te passen. Raak de knop
aan.
Meer opties
en vervolgens de knop
aan.
aan.
OK
aan.
Tekst/afbeelding optimaliseren
Optimaliseren
voor. Raak de knop
Laden
aan.
Kopie
aan.
OK
Kopie
aan.
Scherpte
en
Kopie
aan.
aan.
Handmatig aanpassen
OK
aan.
De kopieerkwaliteit verbeteren
Wijzigen
aan.
Achtergrond
aan en
251