Zet de scootmobielfiets niet in direct zonlicht: de temperatuur van sommige
onderdelen kunnen boven de 41ºC komen met mogelijk overgevoeligheid
van de huid tot gevolg.
Gebruik de scootmobielfiets alleen op een solide en vlakke ondergrond.
Zacht, glad of ongelijk terrein verhoogt het risico op gevaarlijke situaties.
Rijd voorzichtig op wegen die glad zijn door regen, ijsvorming of sneeuw.
Wees waakzaam tegen kantelen
bij het oprijden van een helling.
De scootmobielfiets is voorzien
van stijgbegrenzers om het
kantelgevaar te beperken.
Vermijd hellingen steiler dan 6º.
Het (voor- en achteruit) berijden
hiervan kan gevaarlijk zijn.
Houd er rekening mee dat de remweg langer kan zijn tijdens een afdaling
ten opzichte van een horizontale ondergrond.
Let op bij afdalingen dat zich geen gevaarlijke snelheid ontwikkelt. Rem tijdig
en fiets niet harder dan 25 kilometer per uur.
Rijd voorzichtig langs een (stoep)rand. Ongelijke ondergrond verhoogt de
kans op kantelen.
Keer voorzichtig op een steile helling in verband met kantelgevaar.
Rijd een trottoir altijd recht van voren op en af via een oprit.
Doe dit met een gepaste snelheid.
De maximale drempelhoogte die u kunt
op of afrijden is 5 cm.
Maak bij vervoer van de scootmobielfiets in een
motorvoertuig altijd een transfer naar een vaste
zitplaats van het motorvoertuig. Scootmobielfietsen
mogen nooit gebruikt worden als zitondersteuning in
een motorvoertuig, ook niet wanneer de
scootmobielfiets met een taxivergrendeling wordt
vastgezet.
Tijdens een zwangerschap is extra voorzichtigheid vereist in verband met
een verhoogde kans op letsel.
Gebruiksaanwijzing
Easy Go 15.02
6º
10°
< 5 cm
4