10. LAADINSTRUCTIES
STAP 1: CONTROLEER HET ELEKTROLYTPEIL
Voordat de accu wordt opgeladen, dienen de ontluchtingsdoppen verwijderd te worden en
het elektrolytpeil gecontroleerd te worden (niet vereist bij verzegelde of onderhoudsvrije
accu's). De elektrolyt moet zich 6mm (1/4 inch) boven de accuplaten bevinden. Indien deze
te laag is, vul dan met gedestilleerd water bij tot het juiste peil bereikt is. Monteer de
ontluchtingsdoppen weer.
STAP 2A: AANSLUITEN VAN EEN ACCU DIE NIET AANGESLOTEN IS OP EEN VOERTUIG
Sluit de rode kabel (klem) van de acculader aan op de positieve (+) accupool.
Sluit de zwarte kabel (klem) van de acculader aan op de negatieve (-) accupool.
STAP 2B: AANSLUITEN VAN EEN ACCU DIE AANGESLOTEN IS OP EEN VOERTUIG
Bepaal of het voertuig positief (+) of negatief (-) geaard is. Voertuigen met een negatieve
aarding hebben een kabel (meestal zwart) van de negatieve accupool die is aangesloten op
het chassis van het voertuig.
Rood
Aansluiten van een accu die niet
aangesloten is op een voertuig
10
Zwart