Haal meer uit uw camera
Dit hoofdstuk is een uitgebreide versie van hoofdstuk 4. Hierin wordt
uitgelegd hoe u diverse functies gebruikt om foto's te maken.
•
In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel
is ingesteld op G.
•
In de gedeelten "Sluitertijd"
(p.
88), "Diafragmawaarde en sluitertijd instellen"
aangenomen dat het programmakeuzewiel is ingesteld op deze modi.
•
In het gedeelte "De flitsuitvoer aanpassen"
dat het programmakeuzewiel is ingesteld op D.
Voordat u in een andere modus dan G een opname wilt maken met
•
een functie die in dit hoofdstuk wordt uitgelegd, moet u controleren
of de functie in die modus beschikbaar is
(p.
87), "De diafragmawaarde instellen"
(p.
(p. 132
5
(p. 89)
wordt
93), wordt aangenomen
– 135).
77