134
Gevolgd bewegend doel met spoor als
doelgeschiedenis is ingeschakeld. Toont de ring en
het ID-nummer van het gevolgde doel.
5
Gevolgd bewegend radardoel zonder
koersverlenging (korte lijn geeft de richting aan
waarin het doel zich beweegt). Toont de ring en het
2
ID-nummer van het gevolgde doel.
Gevolgd bewegend radardoel met koersverlenging.
Toont de ring en het ID-nummer van het gevolgde
doel.
5
Gevolgd bewegend gevaarlijk doel (geel), met spoor
als doelgeschiedenis is ingeschakeld. De gele kleur
wordt weergegeven als het radarpalet zwart/rood of
8
zwart/groen is. Toont de ring en het ID-nummer van
het gevolgde doel.
Gevolgd bewegend gevaarlijk doel (paar), met spoor
als doelgeschiedenis is ingeschakeld. De paarse kleur
wordt weergegeven als het radarpalet wit/rood is.
3
Toont de ring en het ID-nummer van het gevolgde
doel.
Gevolgd bewegend gevaarlijk doel (rood), met spoor
als doelgeschiedenis is ingeschakeld. De rode kleur
wordt weergegeven als het radarpalet zwart/geel is.
Toont de ring en het ID-nummer van het gevolgde
4
doel.
Gevolgd gekoppeld doel. Toont de ring en het ID-
nummer van het gevolgde doel. Wanneer het
radarsignaal en het AIS signaal hetzelfde
trackingdoel detecteren, geeft het systeem dit doel
weer met één symbool. Dit vermindert het aantal AIS
symbolen en radardoelen op de PPI. De
koppelfunctie compenseert ook een mogelijke fout
8
in een van de twee doelen, bijv. als het door de radar
gevolgde doel zich achter een eiland bevindt, blijft
het systeem het AIS-doel volgen en visualiseren.
Ú Notitie:
Radar
| Vulcan Series Gebruikershandleiding
Het systeem blijft het gevolgde
radardoel analyseren als doelkoppeling actief is.